-
1 schmiegen
schmiegenI 〈overgankelijk werkwoord; meestal sich schmiegen〉♦voorbeelden:1 zich vlijen, zich voegen ⇒ als gegoten passen, zitten♦voorbeelden: -
2 nuzzle
v. met de neus wrijven (duwen) tegen, snuffelen (paard); wroeten; zich nestelen of vlijen; wroeten langs of in; besnuffelen[ nuzl]♦voorbeelden: -
3 blottir
blottir (se) [blottier]〈 werkwoord〉2 wegkruipen ⇒ weg-, ineenduiken, zich verschuilen3 zich nestelen ⇒ zich vlijen, (lekker) gaan zittenv( se blottir)1) wegkruipen, zich verschuilen2) ineenduiken, zich klein maken3) zich vlijen -
4 ложиться
vgener. gaan liggen, zich leggen, zich neerleggen, zich vlijen -
5 осторожно складывать
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > осторожно складывать
-
6 осторожно укладывать
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > осторожно укладывать
-
7 укладываться
vgener. zich vlijen (в постель) -
8 nestle
n. Zwitsers bedrijf met hoofdkantuur in Vevey, wereldwijde producent van voedingsmiddelen[ nesl]1 zich nestelen ⇒ lekker (gaan) zitten/liggen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vlijen -
9 coller
coller [kollee]♦voorbeelden:3 coller à la pensée de qn. • iemands gedachte precies uitdrukken; 〈 ook〉 zich inspannen om iemands gedachte goed te kunnen volgencoller à un texte • 〈 van vertaling〉 te woordelijk zijn; 〈 van vertaler〉 te dicht bij het origineel blijven4 ça colle! • dat gaat goed!, dat klopt!, afgesproken!ça ne colle pas entre eux • het klikt niet tussen henII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanplakken ⇒ (vast)plakken, lijmen, dichtplakken4 〈 informeel〉gooien (in, tegen) ⇒ met kracht smijten (in, tegen)6 〈 vooral onderwijs〉 een strikvraag stellen ⇒ (met een vraag) in het nauw brengen ⇒ 〈 kandidaat〉 laten zakken♦voorbeelden:coller qn. en prison • iemand in de gevangenis zettencoller qc. par terre • iets op de grond smijten7 être collé • (moeten) nablijven, nazitten♦voorbeelden:se coller du rouge à lèvres • lippenstift opdoens'y coller • 〈 bij verstoppertje spelen〉met de ogen geblinddoekt wachten, terwijl de anderen zich gaan verstoppencolle-toi là • ga daar maar zittense coller devant la télévision • zich voor de televisie installeren1. v1) kleven (aan), vastplakken (aan)2) nauw sluiten [kleding]4) gesmeerd lopen, klikken5) aanplakken, dichtplakken6) lijmen8) smijten9) toedienen10) verkopen [klap]11) aansmeren, opdringen13) laten zakken14) laten nablijven [leerling]15) lastig vallen, hinderen [door zijn onophoudelijke aanwezigheid]2. se collerv2) zich toeleggen (op) [ondanks tegenzin] -
10 lägga
1) aanspannen2) leggen3) vlijen4) neerleggen -
11 anschmiegen
-
12 betten
betten2 inbedden, verzinken♦voorbeelden:jemanden zur letzten Ruhe betten • iemand naar zijn laatste rustplaats brengen〈 spreekwoord〉 wie man sich bettet, so liegt man • ±iwie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten/i -
13 einkuscheln
-
14 kuscheln
kuscheln1 zich nestelen, het zich behaaglijk maken -
15 sich an jemandes Brust schmiegen
sich an jemandes Brust schmiegenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich an jemandes Brust schmiegen
См. также в других словарях:
plek̂- — plek̂ English meaning: to plait, weave Deutsche Übersetzung: “flechten, zusammenwickeln” Note: presumably further formations from pel “falten” Material: O.Ind. prasna m. “netting, lurban” (also plü s i m. “ intestines,… … Proto-Indo-European etymological dictionary