-
1 visiteren
inspektáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > visiteren
-
2 обыскивать
vgener. afzoeken, visiteren, doorneuzen, doorzoeken, fouilleren -
3 осматривать
v1) gener. afkijken (город и т.п.), afzien, bezien, monsteren, visiteren, bekijken, bezichtigen, doorzoeken, in ogenschouw nemen, inspecteren, keuren, opnemen, rondblikken, schouwen2) med. onderzoeken -
4 strip-search
-
5 fouiller
fouiller [foejee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitgraven ⇒ wroeten in, opgravingen doen in2 doorzoeken ⇒ visiteren, fouilleren♦voorbeelden:♦voorbeelden:tu peux te fouiller! • morgen brengen!v1) wroeten2) zoeken (in)3) uitgraven4) doorzoeken, fouilleren5) uitbeitelen -
6 inspektá
inspecteren [v], inspectie houden [v], schouwen [v], visiteren [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > inspektá
-
7 revidieren
revidieren1 controleren ⇒ inspecteren, nazien -
8 visitieren
visitieren1 visiteren, doorzoeken -
9 inspektá
inspecteren [v], inspectie houden [v], schouwen [v], visiteren [v]
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский