-
1 implication
n. onuitgesproken suggestie, (stilzwijgende) gevolgtrekking, betekenis, zin-, toespeling; complicatie; verwikkeling, toestand waar iemand bij een zaak of gebeurtenis betrokken is; implicatie[ implikkeesjn]1 implicatie ⇒ implicering, (onuitgesproken) suggestie♦voorbeelden: -
2 involvement
n. betrokkenheid, verwikkeling; deelname; verwardheid, complexiteit, ingewikkeldheid[ involvmənt] -
3 Gordian knot
Gordiaanse knoop (een knoop die moeilijk los te krijgen is,verwikkeling)[ go:diən not]♦voorbeelden: -
4 can of worms
"wormendoosje", verwikkeling van problemen, gecompliceerde toestand die moeilijk op te lossen problemen leverteen moeilijke/ingewikkelde kwestie -
5 complicate
v. verwikkeling; komplikatie[ komplikkeet]1 ingewikkeld(er)/gecompliceerd worden/maken -
6 complication
n. komplikatie[ komplikkeesjn]♦voorbeelden:1 if there's any further complication, I'll get out • als de zaak nog onoverzichtelijker wordt, stap ik eruitcomplications arose • er deden zich complicaties voor -
7 imbroglio
-
8 intrigue
n. intrige, samenzwering--------v. kuipen, konkelen, intrigeren; nieuwsgierig makenintrigue1[ intrie:g,intrie:g] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 intrige ⇒ gekonkel, samenzwering————————intrigue2[ intrie:g]1 intrigeren ⇒ konkelen, samenzwerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 intrigeren ⇒ nieuwsgierig maken, boeien -
9 involution
n. verwikkeling, verwarring; omhulsel; inkrimping -
10 plot line
verloop v. verwikkeling (in toneelstuk, roman), plot van een verhaal (in film, toneelstuk, enz.)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Все языки
- Африкаанс
- Нидерландский