-
1 be in the thick of
verwikkeld in -
2 involved in criminal activities
verwikkeld in misdadige handelingen -
3 embroil
v. verwikkelen; in een ruzie verwikkeld raken[ imbrojl]♦voorbeelden:embroil someone in • iemand betrekken bij(become/get) embroiled in • verwikkeld (raken) inembroil oneself with someone • met iemand overhoop liggen -
4 mixed up
in de war, versuft, beneveld; betrokken, verwikkeldmixed upII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉 -
5 (become/get) embroiled in
(become/get) embroiled in -
6 be caught up in
be caught up in -
7 catch up
inhalencatch up1 〈 informeel〉een achterstand wegwerken/inlopen♦voorbeelden:♦voorbeelden:caught up in an intrigue • betrokken bij een intrigecaught up in a daydream • in gedachten verzonken2 ophouden ⇒ opsteken, omhoog houden -
8 endless
-
9 involved in endless political discussions
English-Dutch dictionary > involved in endless political discussions
-
10 litigant
adj. Verwikkeld in juridische aanklacht--------n. procederende (partij, in rechtszaak)[ littigənt] -
11 snarl up in
snarl up inverwikkeld raken/verwikkelen in -
12 snarl up
snarl up1 in de war raken/brengen ⇒ in de knoop raken/brengen♦voorbeelden:¶ snarl up in • verwikkeld raken/verwikkelen in -
13 tangle with someone
tangle with someone -
14 tangle
n. knoop, klit; verwarring; conflict, onenigheid--------v. in de war maken, in de knoop raken, komplikaties veroorzaken, de zaken complicerentangle1[ tænggl] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 conflict ⇒ onenigheid, moeilijkheden♦voorbeelden:1 in a tangle • in de war/knoop————————tangle2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 thicken
v. dik maken, indikken; verwikkeld raken, compliceren[ θikkən]1 dik(ker)/dicht(er) worden ⇒ gebonden/geconcentreerder worden 〈 van vloeistof〉; toenemen (in dikte/aantal)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dik(ker)/dicht(er) maken ⇒ indikken; binden 〈 vloeistof〉; doen toenemen (in dikte/aantal)2 ingewikkeld(er) maken ⇒ meer substantie/inhoud geven aan♦voorbeelden: -
16 embroiled
adj. verwikkeld in conflict, betrokken -
17 his name was mentioned in connection with
zijn naam werd genoemd in verband met- (was verwikkeld in-,maakte deel uit van-)English-Dutch dictionary > his name was mentioned in connection with
-
18 in queer street
in moeilijkheden verwikkeld -
19 involute
adj. omwonden; verward, verwikkeld -
20 involved
adj. verwikkeld (in); gemengd (met), vermengd
- 1
- 2