-
1 erfüllen
erfüllen2 volledig in beslag nemen, vervullen3 voldoen aan, vervullen♦voorbeelden:seinen Zweck erfüllen • aan zijn doel beantwoorden♦voorbeelden: -
2 ableisten
ableisten♦voorbeelden: -
3 ausfüllen
ausfüllen5 (ver)vullen ⇒ beheersen, in beslag nemen♦voorbeelden:4 einen Posten ausfüllen • een post vervullen, bekleden -
4 nachkommen
nachkommen1 (achter)nakomen ⇒ achteraf, later komen2 (kunnen) bijhouden, volgen ⇒ gelijke tred houden♦voorbeelden:einem Befehl nachkommen • een bevel opvolgeneiner Pflicht nachkommen • een plicht vervullen -
5 amtieren
-
6 durchdringen
-
7 durchrieseln
durchrieseln1————————durchrieseln2♦voorbeelden: -
8 durchströmen
durchströmen1————————durchströmen2 -
9 durchziehen
durchziehen11 trekken door ⇒ er langs trekken, gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 erdoor trekken, halen♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————durchziehen21 trekken, gaan door♦voorbeelden: -
10 einen Posten ausfüllen
een post vervullen, bekleden -
11 einer Pflicht nachkommen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einer Pflicht nachkommen
-
12 ekeln
-
13 entsprechen
-
14 funktionsfähig
funktionsfähig -
15 schwängern
-
16 seine Wehrpflicht ableisten
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > seine Wehrpflicht ableisten
-
17 stattgeben
-
18 versehen
versehen♦voorbeelden:mit allem versehen sein • van alles voorzien zijn♦voorbeelden:3 ehe man sichs versieht • voor je het in de gaten hebt, voor je er erg in hebt -
19 wehrfähig
См. также в других словарях:
Ligue nationale flamande — Traduction à relire Vlaams Nationaal Verbond → … Wikipédia en Français