-
1 engaged
adj. verloofd; bezet (telefoon lijn), bezig[ ingeedzjd]1 verloofd2 bezet ⇒ bezig, druk♦voorbeelden:engaged in composing an opera • bezig een opera te schrijvenengaged on a study of French opera • werkend aan een studie over de Franse opera5 are these seats engaged? • zijn deze plaatsen bezet? -
2 betrothed
-
3 engaged to
engaged to -
4 unattached
-
5 affianced
adj. door trouwbelofte verbonden, verloofd; stevig verbonden -
6 plighted
adj. Verloofd -
7 unengaged
adj. niet bezet; niet verloofd
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский