-
1 vergroten
1 [vermeerderen] increase2 [groter maken] enlarge3 [overdrijven] exaggerate♦voorbeelden:1 de kansen/risico's vergroten • increase the chances/risks2 de kamer vergroten • extend/enlarge the room♦voorbeelden:1 foto's vergroten • enlarge/blow up photosdeze microscoop vergroot driehonderd maal • this microscope has a magnification of three hundred -
2 vergroten
v. aggrandize, enlarge, augment, increase, amplify, magnify, multiply, piece out -
3 vergroten
• to augment• to enlarge• to expand• to extend• to increase• to magnify -
4 de kamer vergroten
de kamer vergrotenextend/enlarge the roomVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kamer vergroten
-
5 de kansen/risico's vergroten
de kansen/risico's vergrotenincrease the chances/risksVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kansen/risico's vergroten
-
6 de omzet vergroten
de omzet vergrotenexpand business/salesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de omzet vergroten
-
7 foto's vergroten
foto's vergrotenenlarge/blow up photosVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > foto's vergroten
-
8 zijn kansen op de arbeidsmarkt vergroten
zijn kansen op de arbeidsmarkt vergrotenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn kansen op de arbeidsmarkt vergroten
-
9 zijn taalvaardigheid vergroten
zijn taalvaardigheid vergrotenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn taalvaardigheid vergroten
-
10 zijn voorsprong op de concurrentie vergroten/verkleinen
zijn voorsprong op de concurrentie vergroten/verkleinenincrease/reduce one's lead over the competitionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn voorsprong op de concurrentie vergroten/verkleinen
-
11 opnieuw vergroten
• blowback -
12 uitbreiden
2 [uitstrekken] spread♦voorbeelden:een campagne uitbreiden • step up a campaignzijn kennis uitbreiden • extend one's knowledgezijn werkzaamheden uitbreiden • expand one's activitieszijn collectie uitbreiden met een nieuwe plaat • add a new record to one's collectionhet aantal bestuursleden uitbreiden tot acht • increase the number of board members to eightII 〈wederkerend werkwoord; zich uitbreiden〉1 [vergroten] expand, enlarge♦voorbeelden: -
13 aanplanten
2 [door planten vergroten] extend with new plantings -
14 arbeidsmarkt
♦voorbeelden:zijn kansen op de arbeidsmarkt vergroten • increase one's job opportunities -
15 omzet
-
16 opvoering
2 [keer, gelegenheid] performance -
17 taalvaardigheid
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > taalvaardigheid
-
18 uitleggen
3 [uitspreiden] spread (out), lay out♦voorbeelden:verkeerd uitleggen • misinterpret, misconstrue2 een broek/jas enz. uitleggen • let out a pair of trousers/a coat, etc. -
19 uitschuiven
-
20 vermeerderen
♦voorbeelden:vermeerderen met 25 % • increase by 25 per cent
- 1
- 2