Перевод: с нидерландского на английский

с английского на нидерландский

verenigen

Толкование Перевод

1 verenigen

verenigen

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [samenkomen] unite ⇒ combine

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [samenvoegen] unite (with) ⇒ combine, join (to/with)

2 [in overeenstemming brengen] reconcile

3 [doen samenkomen] unite ⇒ combine, join

♦voorbeelden:

1   de arbeiders hebben zich in een vakbond verenigd • the workers have united/have joined forces in a union

     zich verenigen in een organisatie • form an organisation

     het nuttige met het aangename verenigen • mix/combine business with pleasure

2   zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemand • dissociate oneself from something/someone, not (be able to) agree with/to something/someone

     deze uitspraken zijn niet te verenigen • these statements are irreconcilable/contradict each other

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verenigen
2 verenigen

v. unite, join, associate, combine, pool, integrate, conjoin, couple, pair, hybridize, mate, band, unify, wed, reconcile with, rally

Holandés-inglés dicionario > verenigen
3 verenigen

• to aggregate

• to connect

• to gang

• to join

• to unite

Nederlands-Engels Technisch Woordenboek > verenigen
4 het nuttige met het aangename verenigen

het nuttige met het aangename verenigen

combine business with pleasure

————————

het nuttige met het aangename verenigen

mix/combine business with pleasure

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het nuttige met het aangename verenigen
5 deze uitspraken zijn niet te verenigen

deze uitspraken zijn niet te verenigen

these statements are irreconcilable/contradict each other

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deze uitspraken zijn niet te verenigen
6 zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemand

zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemand

dissociate oneself from something/someone, not (be able to) agree with/to something/someone

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich niet (kunnen) verenigen met iets/iemand
7 zich verenigen in een organisatie

zich verenigen in een organisatie

form an organisation

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich verenigen in een organisatie
8 zich verenigen

v. band together, unite, mate, join, coalesce, incorporate, close

Holandés-inglés dicionario > zich verenigen
9 zich verenigen met

v. unite with

Holandés-inglés dicionario > zich verenigen met
10 samenloop

samenloop

1 [omstandigheid dat krachten hun werking verenigen] concurrence ⇒ conjunction

2 [plaats waar wegen/rivieren zich verenigen] meeting point, (point of) junction/convergence

♦voorbeelden:

1 een samenloop van omstandigheden • a combination of circumstances

2 aan de samenloop van Maas en Waal • at the confluence of the Maas and the Waal

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > samenloop
11 concentreren

concentreren

〈 overgankelijk werkwoord, wederkerend werkwoord; zich concentreren〉

1 [de aandacht richten] concentrate (on)

2 [verenigen in één punt] concentrate ⇒ centre, 〈 troepen ook〉 mass, 〈 sterker maken ook〉 strengthen

♦voorbeelden:

1 zijn hoop concentreerde zich op • his hopes were pinned on

2 een geconcentreerde oplossing • a concentrated solution

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > concentreren
12 koppelen

koppelen

1 [verbinding tot stand brengen] couple (with/to) ⇒ 〈 ruimtevaart〉 dock (with)

2 [een relatie leggen tussen] link, relate

3 [tot een paar verenigen] pair

4 [liefdesrelatie tot stand brengen] pair off

5 [techniek, technologie] [verbinden door overbrenging van beweging] couple (with/to) ⇒ connect (with/to)

♦voorbeelden:

1   treinstellen (aan elkaar) koppelen • couple railway-carriages (together)

2   het loon koppelen aan de prijsindex • link wages to the price index

4   twee mensen proberen te koppelen • try to pair two people off

5   assen/dynamo's koppelen • couple shafts/dynamos

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > koppelen
13 nuttig

nuttig

1 [dienstig] useful

2 [voordeel opleverend] advantageous

3 [techniek, technologie] efficient

♦voorbeelden:

1   een nuttig lid van de maatschappij • a useful/valuable member of the community

     nuttig werk verrichten • do a useful job

     zich nuttig maken • make oneself useful

     het nuttige met het aangename verenigen • combine business with pleasure

2   zijn tijd nuttig besteden • make good use of one's time

3   het nuttig effect van een machine • the efficiency of a machine

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > nuttig
14 onderschrijven

onderschrijven

1 [zich verenigen met] subscribe to

2 [ondertekenen] subscribe ⇒ sign

♦voorbeelden:

1 een standpunt onderschrijven • subscribe to a viewpoint

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onderschrijven
15 paren

paren

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [zich tot voortplanting verenigen] mate (with)

♦voorbeelden:

1 doen paren • mate (with)

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [bijeenvoegen] pair (off/up)

2 [figuurlijk] combine (with) ⇒ couple (with)

♦voorbeelden:

2 gepaard gaan met • be attended by, go (together/hand in hand) with, be coupled with

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > paren
16 samendoen

samendoen

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [verenigen] put together, combine

II 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [samen met iemand handelen] be partners ⇒ 〈 samen delen〉 go shares

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > samendoen
17 voegen

voegen

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [verbinden] join

2 [verenigen met] join (up)

3 [toevoegen] add

4 [opvullen met specie] point

♦voorbeelden:

2   hierbij voeg ik een biljet van ƒ100,- • I enclose a 100 guilder note

     zich bij iemand voegen • join someone

3   stukken bij een dossier voegen • add documents to a file

     dit gegeven, gevoegd bij … • this fact, combined with …

II 〈wederkerend werkwoord; zich voegen〉

1 [zich in vorm aanpassen] adjust (oneself)

2 [zich schikken] comply (with) ⇒ conform (to)

3 [Algemeen Zuid-Nederlands] [zich passend gedragen] behave (properly)

♦voorbeelden:

2   zich naar iemand/iets voegen • comply with someone's wishes/something

III 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [betamen] become

2 [gelegen komen] suit ⇒ be convenient for/to

♦voorbeelden:

1   zo'n toon voegt u niet • that sort of tone does not become you

2   kom zodra het u voegt • come at your earliest convenience

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voegen

См. также в других словарях:

Theo Witvliet — (* 1939) ist ein niederländischer Theologe, Journalist und Autor. Inhaltsverzeichnis 1 Werdegang 2 Schriften (Auswahl) 3 Literatur 4 … Deutsch Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

verenigen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

verenigen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: