-
1 dénonciation
dénonciation [deenõsjaasjõ]〈v.〉1 (het) verklikken ⇒ aangifte, aanbrenging, aanklachtf1) aangifte, aanklacht2) opzegging3) betekening [juridisch] -
2 résolution
-
3 rupture
rupture [ruuptuur]〈v.〉♦voorbeelden:rupture d'équilibre • verstoring van het evenwichtêtre en rupture de ban • de toegewezen verblijfplaats verlaten hebben; met zijn verleden gebroken hebbenen rupture avec • in strijd metêtre en rupture de • gebrek hebben aanêtre en rupture de stock • zonder voorraad zittenf2) breuk, scheur3) verbreking -
4 bris
bris [brie]〈m.〉1 braak ⇒ (het) (ver)breken, verbreking♦voorbeelden:bris de vitres • (het) inslaan, ingooien van ramen -
5 déconnexion
déconnexion [deekonneksjõ]〈v.〉1 uitschakeling ⇒ onder-, verbreking2 ontkoppeling ⇒ (het) loskoppelen, losmaking -
6 désalignement
désalignement [deezaalienjmã]〈m.〉1 (het) niet in de lijn staan ⇒ (het) uit de rij staan, (het) niet uitgelijnd zijn2 (het) uit de rooilijn brengen ⇒ verbreking van de richting, (het) niet uitlijnen
См. также в других словарях:
Однополые браки в Бельгии — Легализация однополых союзов в Европе … Википедия