-
1 Kerl
〈m.; Kerls, Kerle; informeel ook Kerls〉♦voorbeelden:1 blöder Kerl! • idioot!ein ganzer Kerl • een kranige ventein lahmer Kerl • een slome vent3 Hechte! solche Kerle! • snoeken! zulke kanjers! -
2 Satanskerl
-
3 Bierleiche
-
4 Brocken
Brocken〈m.; Brockens, Brocken〉2 brokstuk, gedeelte♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ich nehme mir immer die besten Brocken (heraus) • ik zoek er voor mezelf altijd het beste uit〈 figuurlijk〉 ein dicker, harter Brocken • een harde dobber, noot〈 figuurlijk〉 er hat mir einen fetten Brocken weggeschnappt • hij heeft mij een dikke, vette kluif voor de neus weggekaaptein paar Brocken Deutsch • een paar woorden, een mondje Duits -
5 Bursche
Bursche〈m.; Burschen, Burschen〉♦voorbeelden:ein niedlicher Bursche • een aardig ventje, kereltjeein strammer Bursche • een stevige jongen, een flinke, potige kerelein toller Bursche • een toffe kerel2 ein sauberer Bursche! • een lieve, mooie jongen! -
6 Bärenkerl
-
7 Duckmäuser
-
8 Gartenzwerg
Gartenzwerg〈m.〉 -
9 Gast
Gast1〈m.; Gast(e)s, Gäste〉♦voorbeelden:ein lieber Gast • een welkome, graag geziene gastliebe Gäste! • beste, geachte aanwezigen!ein ständiger Gast • een vaste gast, stamgast〈 formeel〉 jemanden zu Gast(e) bitten, laden • iemand te gast vragen; 〈 ook〉 iemand te logeren vragen————————Gast2〈m.; Gast(e)s, Gasten; meervoud zelden Gäste〉 〈 scheepvaart〉 -
10 Geselle
-
11 Hecht
-
12 Heini
-
13 Hund
〈m.; Hund(e)s, Hunde〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 mit etwas keinen Hund hinter dem Ofen hervorlocken können • voor iets geen enkele belangstelling weten te krijgenauf den Hund kommen • aan lagerwal raken -
14 Individuum
-
15 Kleingärtner
-
16 Knabe
Knabe〈m.; Knaben, Knaben〉1 〈 Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland; elders formeel〉jongen, knaap2 〈informeel; schertsend of pejoratief〉knaap, kerel, vent♦voorbeelden:2 alter Knabe! • ouwe jongen! -
17 Knilch
-
18 Knochen
Knochen〈m.; Knochens, Knochen〉1 been, bot, knook3 〈informeel; meestal pejoratief〉kerel, vent♦voorbeelden:2 seine Knochen hinhalten müssen • voor iemand, iets moeten opdraaiendiese Arbeit geht auf die Knochen • dit werk maakt je kapotsich bis auf die Knochen blamieren • zich onsterfelijk belachelijk maken〈 meestal figuurlijk〉 bis auf, bis in die Knochen • in merg en been, in hart en nierenmit heilen Knochen davonkommen • er heelhuids af komen -
19 Knopf
〈m.; Knopf(e)s, Knöpfe〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 das hättest du dir an den Knöpfen abzählen können • dat had je vooraf ook al kunnen weten〈 figuurlijk〉 Knöpfe auf den Augen, auf den Ohren haben • iets niet willen zien, horen -
20 Kumpan
Kumpan〈m.; Kumpans, Kumpane〉 〈 informeel〉1 makker, kameraad2 〈 pejoratief〉kerel, vent, klant3 〈 pejoratief〉trawant, handlanger, kornuit♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
vent — vent … Dictionnaire des rimes
vent — [ vɑ̃ ] n. m. • 1080; lat. ventus I ♦ A ♦ Déplacements naturels de l atmosphère. 1 ♦ Mouvement de l atmosphère ressenti au voisinage du sol; déplacement d air; air déplacé (⇒ alizé, aquilon, autan, bora, chergui, chinook, foehn, khamsin, mistral … Encyclopédie Universelle
vent — VENT. s. m. L air agité. Les quatre vents principaux ou cardinaux sont le vent de Nord, le vent de Sud, le vent d Est, le vent d Ouest, autrement, Le vent de Tramontane, de Midy, de Levant & de Couchant. Grand vent. vent impetueux, froid, chaud,… … Dictionnaire de l'Académie française
vent — Vent, Ventus, Il se prend aussi en venerie pour l odeur et sentiment qu une beste laisse de soy. Fouillous au cha. 1. A cause que le cerf est de plus grand vent et sentiment que le lievre, et le sanglier a eu le vent de la gland, c est à dire, l… … Thresor de la langue françoyse
Vent — Vent, n. [OE. fent, fente, a slit, F. fente a slit, cleft, fissure, from fendre to split, L. findere; but probably confused with F. vent wind, L. ventus. See {Fissure}, and cf. Vent to snuff.] 1. A small aperture; a hole or passage for air or any … The Collaborative International Dictionary of English
vent — vènt m. vent. Faire vent : venter. Quand fa vent, fau ventar prov. : il faut puiser quand la corde est au puits. Vent terrau : vent continental, mistral. Vent d aut : vent du Nord. Vent larg : vent du large, de la mer … Diccionari Personau e Evolutiu
vent — vent1 [vent] n. [ME venten < OFr venter, to blow (or aphetic < OFr esventer, to expose to the air, let out < es , out + venter) < VL * ventare < L ventus,WIND2] 1. Rare the action of escaping or passing out, or the means or… … English World dictionary
Vent — Vent, v. t. [imp. & p. p. {Vented}; p. pr. & vb. n. {Venting}.] 1. To let out at a vent, or small aperture; to give passage or outlet to. [1913 Webster] 2. To suffer to escape from confinement; to let out; to utter; to pour forth; as, to vent… … The Collaborative International Dictionary of English
Vent — may refer to:* Volcano, an opening in the Earth s surface which allows molten rock, ash and gases to escape ** Deep sea vent, or black smoker , a type of hydrothermal vent found on the ocean floor *Plumbing drainage venting, pipes leading from… … Wikipedia
Vent — bezeichnet: Vent (Gemeinde Sölden), Ortschaft der Gemeinde Sölden im Ötztal, Tirol Vent ist der Familienname von Hans Lorenz Andreas Vent (1785–1875), deutscher evangelischer Theologe Hans Vent (* 1934), deutscher Maler und Grafiker Vent. ist… … Deutsch Wikipedia
vent — Ⅰ. vent [1] ► NOUN 1) an opening that allows air, gas, or liquid to pass out of or into a confined space. 2) the anus or cloaca of a fish or other animal. ► VERB 1) give free expression to (a strong emotion). 2) discharge (air, gas, or liquid)… … English terms dictionary