-
61 laag
laag1〈de〉♦voorbeelden:in lagen • (disposé) par couchesuit alle lagen van de maatschappij • de toutes les couches de la société————————laag21 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 bas/basse♦voorbeelden:de lagere geestelijkheid • le bas clergélaag goudgehalte • teneur faible en orlage tonen • tons graveseen lage toren • une tour peu élevéeeen laag vertrek • une pièce dont le plafond est baseen laag voorhoofd • un front basdie viool is te laag gestemd • ce violon est accordé trop basde barometer staat laag • le baromètre est baseen laag uitgesneden japon • une robe à décolleté profondzet jij de soep wat lager? • veux-tu baisser le feu de la soupe?laag zingen • chanter baslage eisen stellen • avoir des exigences modestesvoor een lage prijs verkopen • vendre à bas prixeen lage som • une somme modiqueeen lage straf • une peine peu sévèrede lire staat laag • le cours de la lire est basiets laag taxeren • évaluer qc. à bas prixeen lage daad begaan • commettre une bassesseeen laag karakter • un caractère villaag over iemand, iets spreken • parler de qn., qc. avec mépris -
62 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
63 markt
♦voorbeelden:zwarte markt • marché noiringestorte markt • marché morthet gat in de markt • le créneau (commercial)op de markt kopen • acheter au marchéop de markt staan • vendre au marchéop de markt komen met een nieuw product • lancer un nouveau produitiets uit de markt nemen • retirer qc. du marchézich uit de markt prijzen • être trop chervan alle markten thuis zijn • s'y connaître dans tous les domaines -
64 meestbiedende
♦voorbeelden: -
65 met schade verkopen
met schade verkopen -
66 met verlies verkopen
met verlies verkopen -
67 met winst verkopen
met winst verkopen -
68 nieuwe en tweedehands waren verkopen
nieuwe en tweedehands waren verkopenDeens-Russisch woordenboek > nieuwe en tweedehands waren verkopen
-
69 omkoopbaar zijn
omkoopbaar zijn -
70 omkoopbaar
-
71 omkopen
-
72 omstandigheid
♦voorbeelden:een onvoorziene omstandigheid • un imprévubij onvoorziene omstandigheden • en cas d'imprévubehoudens onvoorziene omstandigheden • sauf imprévuverzachtende omstandigheden • circonstances atténuantesverzwarende omstandigheden • circonstances aggravanteshandelen naar omstandigheden • agir selon les circonstanceszij bevindt zich in de gelukkige omstandigheid dat … • elle a la chance de … 〈+ onbepaalde wijs〉in deze omstandigheden • dans ces conditionsnaar omstandigheden • compte tenu des circonstanceswegens omstandigheden te koop • à vendre pour des raisons de convenance personnelle -
73 omzetten
2 [in een andere stand brengen] manoeuvrer3 [verzetten] déplacer4 [verhandelen] vendre6 [muziek] transposer♦voorbeelden:een miljoen omzetten • réaliser un chiffre d'affaires d'un millionzijn beloften in daden omzetten • mettre ses promesses en pratiquemeters in centimeters omzetten • convertir des mètres en centimètresin geld omzetten • monnayer -
74 op de markt staan
op de markt staan -
75 opbod
♦voorbeelden:2 iets bij opbod verkopen • vendre qc. aux enchères -
76 opschrift
♦voorbeelden:een bordje met het opschrift ‘te koop’ • un écriteau portant les mots ‘à vendre’ -
77 per stuk verkopen
per stuk verkopen -
78 per
1 [algemeen] par2 [met ingang van] à partir de♦voorbeelden:1 iets per gewicht verkopen • vendre qc. au poidsper post verzenden • envoyer par la postehet kost 3 gulden per stuk • ça coûte 3 florins pièce2 de nieuwe tarieven worden per 1 februari van kracht • les nouveaux tarifs seront appliqués à partir du 1er février -
79 publiek
publiek1〈 het〉♦voorbeelden:het grote publiek • le grand publicdie twee scholen hebben een zeer verschillend publiek • ces deux écoles ont des élèves d'un type bien différentveel publiek trekken • attirer un grand public————————publiek2♦voorbeelden:een publiek schandaal • un scandale publiceen publieke vrouw • une fille publiqueiets publiek maken • rendre qc. publiciets publiek verkopen • vendre qc. aux enchères -
80 reclame
♦voorbeelden:indringende reclame • publicité accrocheuseschreeuwerige reclame • publicité tapageusereclame maken • faire de la réclamedat artikel is in de reclame • cet article est en réclamein de reclame verkopen • vendre (qc.) en réclame
См. также в других словарях:
vendre — [ vɑ̃dr ] v. tr. <conjug. : 41> • 980 « trahir »; lat. vendere 1 ♦ (XIe) Céder à qqn en échange d une somme d argent. Vendre ses livres, ses meubles, sa maison. « Pour se faire de l argent, elle se mit à vendre ses vieux gants, ses vieux… … Encyclopédie Universelle
vendre — VENDRE. v. a. Aliener pour un certain prix, donner pour un certain prix une chose qu on possede. Vendre une maison, un heritage, une charge. il ma vendu ce cheval cinquante pistoles. vendre cher, à bon marché, à vil prix, à prix raisonnable, à… … Dictionnaire de l'Académie française
vendre — Vendre, Vendere, Venundare, Distrahere, AEre commutare. Vendre çà et là aux uns et aux autres, Diuendere. Vendre avec promesse de garentir, Dare mancipio. Vendre à deniers contans, comme si c estoit une piece de terre, Manþcipare. Vendre un… … Thresor de la langue françoyse
vendre — vèndre vendre … Diccionari Personau e Evolutiu
vendre — (van dr ), je vends, tu vends, il vend, nous vendons, vous vendez, ils vendent ; je vendais ; je vendis ; je vendrai ; je vendrais ; vends ; qu il vende, vendons, vendez ; que je vende, que nous vendions ; que je vendisse ; vendant ; vendu, v. a … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
VENDRE — v. tr. Aliéner une chose, transporter, céder à quelqu’un la propriété d’une chose pour un certain prix. Il m’a vendu ce cheval. Je lui ai vendu pour mille francs de marchandises. Vendre une maison, une charge. Propriété à vendre. Vendre un… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
VENDRE — v. a. ( Je vends, tu vends, il vend ; nous vendons, vous vendez, ils vendent. Je vendais. Je vendis. Je vendrai. Vends, vendez. Que je vende. Que je vendisse. Etc. ) Aliéner une chose, transporter, céder à quelqu un la propriété d une chose, pour … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
vendre — vt. ; dénoncer, trahir : vandre (Alex.019, Balme Thuy, Cohennoz, Cordon, Giettaz, Megève, Morzine, St Nicolas Cha., Saxel.002, Thonon), vêdre (Aillon V., Aix, Albanais.001.PPA., Albertville.021, Annecy.003b, Balme Si., Beaufort, Bellecombe Bauges … Dictionnaire Français-Savoyard
Vendre — Vente Une vente est la cession d’un bien ou d un service en échange d une somme d’argent convenue entre le vendeur, celui qui cède le bien ou le service, et l acheteur, celui qui paie. Par extension, une vente est l ensemble du processus qui… … Wikipédia en Français
Vendre ou donner un canard à moitié. — (mentir). См. Утка … Большой толково-фразеологический словарь Михельсона (оригинальная орфография)
Vendre chèrement sa vie ou, familièrement, sa peau — ● Vendre chèrement sa vie ou, familièrement, sa peau mourir courageusement en causant de lourdes pertes à ses ennemis … Encyclopédie Universelle