-
1 urinate
-
2 piss
n. pis (slang)--------v. pissen, plassen, urineren; irriteren, boos makenpiss11 pis♦voorbeelden:take the piss out of someone • iemand voor de gek houden————————piss2♦voorbeelden:it pisses me off • ik ben het beu/zat, ik ben woest -
3 antidiuretic
adj. anti-diuretisch; tegen urineren -
4 anuria
n. urine verstopping, niet urineren (bij geneeskunde) -
5 dysuric
adj. van pijn bij urineren, dysurisch -
6 micturate
v. Plassen, urineren -
7 pass water
plassen, urineren -
8 spend one's penny
plassen, urineren -
9 urination
n. urineren
См. также в других словарях:
urineren — pisi … Woordenlijst Sranan