-
1 tondre
tondre [tõdr]〈 werkwoord〉2 maaien ⇒ kaalvreten, scheren, (bij)snoeienv1) (af)scheren2) kort knippen3) maaien4) kaalplukken, uitzuigen -
2 exploiter
exploiter [eksplwaatee]〈 werkwoord〉2 exploiteren ⇒ beheren, uitbaten3 uitbuiten ⇒ exploiteren, uitzuigenv1) ontginnen, bebouwen2) exploiteren, uitbuiten3) beheren, uitbaten -
3 moelle
moelle [mwaal]〈v.〉♦voorbeelden:glacé jusqu'à la moelle des os • tot op het bot verkleumdpénétrer jusqu'à la moelle des os • door merg en been gaanpourri jusqu'à la moelle • door en door rot→ osf1) merg -
4 saigner
saigner [senjee]1 bloeden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 laten (leeg)bloeden ⇒ kelen, slachten♦voorbeelden:→ veinev1) bloeden2) laten (leeg)bloeden, slachten3) aderlaten -
5 sang
sang [sã]〈m.〉2 bloed ⇒ geslacht, ras3 leven♦voorbeelden:avoir du sang dans les veines • pit hebbenbon sang de (bon) sort! • potverdorie, verdikkeme nog aan toe!avoir le sang chaud • opvliegend zijnse faire du mauvais sang • zich ongerust makenallumer le sang • de gemoederen verhittenbrûler, fouetter le sang • ophitsenéchauffer le sang à, de qn. • iemand woedend makenglacer le sang • het bloed doen stollennoyer une révolte dans le sang • een opstand bloedig neerslaansucer le sang du peuple • het volk uitzuigenverser le sang • bloed vergietenverser son sang • zijn leven gevenjusqu'au sang • tot bloedens toeêtre du même sang • familie van elkaar zijnbon sang (de bon sang)! • grote genade!mon sang n'a fait qu'un tour • het bloed stolde in mijn aderenm1) bloed2) leven -
6 sou
sou [soe]〈m.〉♦voorbeelden:manger ses quatre sous • zijn spaarcentjes opmaken〈 spreekwoord〉 un sou est un sou • wie het kleine niet eert, is het grote niet weerdça fait des sous • dat brengt geld in het laatjesucer qn. jusqu'au dernier sou • iemand tot op het bot uitzuigenêtre près de ses sous • op zijn centen zittenêtre fichu comme quatre sous • zeer armoedig gekleed gaan2 propre comme un sou neuf • kraakhelder, brandschoonde quatre sous • geen stuiver waardn'avoir pas un sou vaillant • geen rooie cent hebbenn'avoir pas le sou • geen rooie cent hebbenpas un sou de • geen greintjesou à sou, sou par sou • stukje bij beetjepas jaloux pour un sou • helemaal niet, alles behalve jaloerssans un sou • zonder een rooie centil n'est pas méchant pour deux sous • hij doet geen vlieg kwaadmduit, geld -
7 sucer
sucer [suusee]♦voorbeelden:♦voorbeelden:¶ pastilles qui se sucent • pastilles waarop je moet zuigen, die je op moet zuigenv -
8 pressurer
-
9 sucer le sang du peuple
sucer le sang du peuple -
10 sucer qn. jusqu'au dernier sou
sucer qn. jusqu'au dernier souDictionnaire français-néerlandais > sucer qn. jusqu'au dernier sou
-
11 sucer qn. jusqu'à la moelle
Dictionnaire français-néerlandais > sucer qn. jusqu'à la moelle
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский