-
1 uitzakken
-
2 uitzakken
4 [medicijnen, geneeskunde] prolapse♦voorbeelden: -
3 uitzakken
осесть; отвислый* * *гл.общ. оседать, садиться (о стенах и т.п.) -
4 uitzakken
• to bulge• to deposit• to sag• to sediment• to settle -
5 to sediment
uitzakken -
6 bag
n. zak; tas; handtas; koffer; beurs; notitieboek; wild op jacht meegenomen; uier (bij een koe, schaap, enz.); oogwal (veroorzaakt door gebrek aan slaap of vermoeidheid); honk, een van de vier honken bij honkbal (Honkbal); kleine hoeveelheid illegale drugs (Slang); lelijke vrouw (Slang)--------v. in zak, jas, koffer; doen; vangen (bij de jacht); te pakken krijgen; aanhouden, arresterenbag1[ bæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 zak ⇒ tas, koffer3 zakvormig voorwerp/lichaamsdeel♦voorbeelden:bags of room • plaats genoeg→ diplomatic diplomatic/————————bag2〈 bagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen zwellen/uitpuilen/uitzakken♦voorbeelden: -
7 оседать
vgener. inzakken, inzinken, wegzakken, zakken (о стене), bezinken, hotten, ineenzakken, inkalven, uitzakken, verzakken -
8 садиться
vgener. vilten (niet-viltende wollen artikelen - íå ñàäàùèåñà êåðñòàíûå èçäåôèà), bestijgen (на лошадь), krempen (о ткани), krimpen (о ткани), opstappen (на трамвай и т.п.), opstijgen (на лошадь), opzitten (на коня), stappen (in-â), zich neerzetten, aanzitten, gaan eten, gaan zitten, inkrimpen (о тканях), neerstrijken (о птицах), neerzitten, plaats nemen, uitzakken (о стенах и т.п.) -
9 bagged
adj. in tas gedaan; doet zwellen of uitzakken -
10 cystocele
n. blaasbreuk, uitzakken of uitpuilen v.d. urine blaas (in geneeskunde) -
11 to bulge
bol staanuitpuilenuitstaanuitstulpenuitzakken -
12 to deposit
afzettenbezinkenneerslaanuitzakken -
13 to sag
buikendoorzakkenuitzakkenzakken -
14 to settle
afwikkelenbezinkenregelenuitzakkenvereffenenverrekenenvoldoen -
15 оседать
vgener. inzakken, inzinken, wegzakken, zakken (о стене), bezinken, hotten, ineenzakken, inkalven, uitzakken, verzakken -
16 садиться
vgener. vilten (niet-viltende wollen artikelen - íå ñàäàùèåñà êåðñòàíûå èçäåôèà), bestijgen (на лошадь), krempen (о ткани), krimpen (о ткани), opstappen (на трамвай и т.п.), opstijgen (на лошадь), opzitten (на коня), stappen (in-â), zich neerzetten, aanzitten, gaan eten, gaan zitten, inkrimpen (о тканях), neerstrijken (о птицах), neerzitten, plaats nemen, uitzakken (о стенах и т.п.) -
17 uitzakking
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский