-
1 uitvlakken
-
2 uitvlakken
〈 informeel〉♦voorbeelden: -
3 uitvlakken
стереть; это тебе не фунт изюму* * *гл.общ. вымарывать, стирать -
4 uitvlakken
• to blot out• to erase• to obliterate• to planish• to rub out• to smooth• to wipe out -
5 uitvlakken
effacer en grattant -
6 dat moet je niet uitvlakken
dat moet je niet uitvlakken -
7 dat moet je niet uitvlakken
dat moet je niet uitvlakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat moet je niet uitvlakken
-
8 dat moet je niet uitvlakken\!
мест.общ. этим шутить нельзя\!, это не шутка -
9 dat moet je niet uitvlakken!
это не шутка; этим шутить нельзя! -
10 to blot out
uitvlakken -
11 erasing of charge
uitvlakken van schuld -
12 to obliterate
uitvlakkenuitwissen -
13 to rub out
uitvlakkenuitwissenuitwrijven -
14 to wipe out
uitvlakkenuitwissen -
15 gommer
-
16 вымарывать
vgener. uitvlakken -
17 стирать
v1) gener. wissen, (резинкой) gummen, afdoen, raderen (резинкой), wassen (бельё), wegdoezelen, wegvagen, uitwassen (бельё), afschuren, afvagen, afvegen, afwrijven, doorlopen (íîãè), uitdoen (написанное), uitgommen (резинкой), uitslijten, uitvlakken, uitwissen, wegmaken, wegvegen, wegwissen2) liter. afslijten -
18 этим шутить нельзя!
advgener. dat moet je niet uitvlakken!Russisch-Nederlands Universal Dictionary > этим шутить нельзя!
-
19 это не шутка
ngener. dat is geen hapje, dat moet je niet uitvlakken!, het is geen gekeuvel -
20 erase
v. uitwissen, uitvegen[ irreez]
- 1
- 2