-
1 to jump out
uitspringen -
2 выступить
naar voren komen ; vertrekken, op weg gaan ; uitspringen, uitsteken ; optreden -
3 выступать
naar voren komen ; vertrekken, op weg gaan ; uitspringen, uitsteken ; optreden -
4 выдаваться
vgener. uitspringen, uitstaan, uitsteken -
5 выпрыгивать
vgener. ontspringen, uitspringen -
6 выскакивать
vgener. uitspringen -
7 выступать
v1) gener. (за) pleiten, losrukken (против кого-л.), optreden (с речью, на сцене и т.п.), optrekken (о войсках), uitbreken (о поте и т.п.), uitrukken (об армии), uitslaan (о сыпи, плесени и т.п.), uitspringen, uitsteken, uittrekken, voorkomen, (iets) ten beste geven (с пением, декламацией и т.п.), aan de dag komen, afmarcheren, ageren (tegen-ïðотèâ), figureren, gemeenschappelijk optreden, instaan (voor-çà), opbreken (об армии), overhangen, rukken (в поход), uitpuilen, uittijgen2) navy. opdoeken (на передний план)3) liter. pleiten voor (iem.) (за кого-л.) -
8 bail out
vrijkomen door borggeld; ontsnappen uit een vliegtuig; uit de moeilijkheden komenbail out1 hozenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 bale out
water uit een schip halen door het op te scheppen en over boord te gooienbale out1 hozenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 jut
n. uitsteeksel--------v. uitsteken, opvallen -
11 project
n. programma; projekt--------v. uitspringen; slingeren; projecteren (film); ontwerpen, plannen; voorstellen (beeld)project1[ prodzjekt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————project2[ prədzjekt]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:project one's voice • zijn stem richten -
12 bailout
n. het vliegtuig uitspringen; door borgtocht in vrijheid stellen) -
13 proéminence
-
14 ressauter
ressauter [rəsootee]〈 werkwoord〉 -
15 to project
afbeeldenprojecterenuitkomenuitspringen -
16 ausrücken
-
17 herausstechen
herausstechenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
18 hervorspringen
-
19 hervorstechen
-
20 überstehen
überstehen1————————überstehen2♦voorbeelden:1 so, das hätten wir, das wäre überstanden! • zo, dat hebben we gehad!
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский