-
1 uitsparen
-
2 uitsparen
2 [openlaten] leave blank/open♦voorbeelden:uitgespaarde plekken • blanks, blank spaces -
3 uitsparen
(с)экономить на; оставить место для* * *гл.общ. сберегать, экономить -
4 uitsparen
v. save, economize -
5 uitsparen
• to economize• to leave• to provide• to save• to save out -
6 uitsparen
économiser, épargner -
7 ruimte uitsparen
-
8 dertig gulden uitsparen
dertig gulden uitsparen -
9 dertig gulden uitsparen
dertig gulden uitsparenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dertig gulden uitsparen
-
10 openingen uitsparen
openingen uitsparenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > openingen uitsparen
-
11 ruimte uitsparen
ruimte uitsparenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ruimte uitsparen
-
12 besparen
I.sparenII.[uitsparen]einsparen -
13 сберегать
vgener. opzouten, overhouden, overleggen, sparen, wegleggen, behouden, bergen, bewaren, conserveren, oppotten, opsparen, uitsparen, uitzuinigen -
14 экономить
vgener. besparen, uithalen, winnen, bezuinigen, economiseren, sparen, uitsparen, uitwinnen, uitzuinigen -
15 besparen
1 [uitsparen] économiser (sur)2 [niet belasten met] épargner♦voorbeelden:de rest zal ik u maar besparen • je vous ferai grâce du reste -
16 ruimte
♦voorbeelden:een vierdimensionale ruimte • un espace à quatre dimensionshet vliegtuig biedt ruimte aan tien personen • l'avion peut accueillir dix personnesiemand de ruimte geven • 〈 laten passeren〉 laisser passer qn.; 〈 figuurlijk〉 donner les coudées franches à qn.een ruimte laten tussen • espacer (qc.)ruimte maken • faire placedat neemt veel ruimte in • cela prend beaucoup de placeeen ruimte opvullen • combler un videruimte uitsparen • gagner de la placete weinig ruimte hebben • être à l'étroitin de ruimte staren • regarder dans le videeen ontmoeting in de ruimte • un rendez-vous spatial→ link=gezwam gezwam -
17 besparen
1 [uitsparen] save♦voorbeelden:de rest zal ik je maar besparen • I'll spare you the restdaar ben ik voor bespaard gebleven • I have been spared that -
18 besparing
♦voorbeelden: -
19 ruimte
2 [uitgebreidheid; ook begrensd] space3 [vertrek] room5 [overvloed] abundance♦voorbeelden:hun tent biedt ruimte aan zes personen • their tent will/can accommodate six peoplede nieuwe schouwburg biedt ruimte aan 400 toeschouwers • the new theatre can seat an audience of 400/seats 400te weinig ruimte hebben • be cramped for spaceruimte uitsparen • save space -
20 sparen
1 [bewaren] save (up)♦voorbeelden:sparen voor de oude dag • save for one's old agevoor een nieuwe auto sparen • save up for a new carII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [be-/uitsparen] save3 [verzamelen] collect♦voorbeelden:zich sparen • save oneself
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский