-
1 canvass
n. uitpluizen, onderzoeken, bespreken; (stemmen)werving--------v. uitpluizen, onderzoeken, bespreken; (stemmen)wervingcanvass1————————canvass2♦voorbeelden:2 the candidate is canvassing the slums today • de kandidaat ‘doet’/bewerkt vandaag de achterbuurten3 canvass for a magazine • colporteren voor/leuren met een weekblad -
2 décortiquer
décortiquer [deekortiekee]〈 werkwoord〉v1) (af)schillen, pellen2) ontschorsen [boom]3) uitpluizen, ontleden [tekst] -
3 désosser
-
4 disséquer
disséquer [dieseekee]〈 werkwoord〉1 uitpluizen ⇒ analyseren, ontledenv1) uitpluizen, analyseren2) ontleden, opensnijden -
5 éplucher
éplucher [eepluusĵee]〈 werkwoord〉3 na-, uitpluizen ⇒ onder de loep nemen♦voorbeelden:v1) schillen, schoonmaken2) uitpluizen, onder de loep nemen -
6 nachspüren
-
7 анализировать
v1) gener. ontleden, analyseren2) liter. uitpluizen, uitrafelen -
8 выдёргивать по нитке
vgener. uitpluizen, uitrafelenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > выдёргивать по нитке
-
9 выдёргиваться
vgener. uitpluizen (о нитке), uitrafelen (о нитке) -
10 выщипывать
vgener. uitpluizen, uitrafelen -
11 puzzle something out
puzzle something outiets uitpluizen/uitknobbelen -
12 puzzle
n. puzzle; probleemstelling; spel--------v. verwonderen; in verlegenheid brengen; verwondering wekkenpuzzle1[ puzl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————puzzle2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:puzzle something out • iets uitpluizen/uitknobbelen -
13 rake out
-
14 sift out
-
15 teasel
-
16 thrash out a problem
thrash out a problemeen probleem uitpluizen/ontrafelen -
17 thrash
v. geselen, aframmelen; verslaan[ θræsj]♦voorbeelden:¶ thrash out a problem • een probleem uitpluizen/ontrafelenthrash out a solution • tot een oplossing komen -
18 trawl
n. sleepnet--------v. met het sleepnet vissen; afstropen, doorzoekentrawl1[ tro:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 treilnet ⇒ sleepnet, trawl2 zoek/speurtocht 〈 bijvoorbeeld naar talent〉————————trawl2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
19 characterologically
adv. door karakterlogika (het uitpluizen v. karakter) -
20 dépiauter
dépiauter [deepie.ootee]1 villen ⇒ stropen, van omhulsel ontdoen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français
Verbes irréguliers néerlandais — Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog Bedrogen … Wikipédia en Français