-
1 uitlopen
1 [lopend uitgaan; met een doel ergens heen gaan] sortir de2 [geleidelijk snelheid verliezen] ralentir5 [+ op][leiden tot] aboutir (à)6 [een voorsprong nemen] prendre une avance7 [meer tijd in beslag nemen] se prolonger8 [uitvloeien] couler♦voorbeelden:het gebouw uitlopen • sortir de l'immeubleje moet deze straat helemaal uitlopen • il faut suivre cette rue jusqu'au boutbij iemand in- en uitlopen • être un familier de la maisonde keeper liep te vroeg uit • le gardien de but est sorti trop tôthet salaris kan tot ƒ 3500,- uitlopen • le salaire peut s'élever jusqu'à Hfl. 3500,-dat loopt op niets uit • cela n'aboutira à rienwaar moet dat op uitlopen? • comment cela finira-t-il?verder uitlopen op het peloton • augmenter son avance sur le pelotonde verf is uitgelopen • la peinture a bavédeze schoenen moeten nog uitlopen • ces chaussures doivent encore se faire au piedII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [groter maken] assouplir à l'usage♦voorbeelden: -
2 uitlopen
aboutir, descendre, donner, finir, prendre fin, se terminer, sorter -
3 uitlopen op
aboutir -
4 uitlopen naar 6-0
uitlopen naar 6-0 -
5 bij iemand in- en uitlopen
bij iemand in- en uitlopen -
6 deze schoenen moeten nog uitlopen
deze schoenen moeten nog uitlopenDeens-Russisch woordenboek > deze schoenen moeten nog uitlopen
-
7 een wedstrijd uitlopen
een wedstrijd uitlopen -
8 het gebouw uitlopen
het gebouw uitlopen -
9 het salaris kan tot ƒ 3500,- uitlopen
het salaris kan tot ƒ 3500,- uitlopenle salaire peut s'élever jusqu'à Hfl. 3500,-Deens-Russisch woordenboek > het salaris kan tot ƒ 3500,- uitlopen
-
10 het uitlopen van een boom
het uitlopen van een boom -
11 je moet deze straat helemaal uitlopen
je moet deze straat helemaal uitlopenDeens-Russisch woordenboek > je moet deze straat helemaal uitlopen
-
12 op een mislukking uitlopen
op een mislukking uitlopen -
13 schoenen uitlopen
schoenen uitlopen -
14 verder uitlopen op het peloton
verder uitlopen op het peloton -
15 waar moet dat op uitlopen?
waar moet dat op uitlopen?comment cela finira-t-il? -
16 uitmonden
-
17 mislukking
-
18 toelopen
1 [ergens heen lopen] avancer (vers)2 [samenlopen] affluer (vers)3 [uitlopen] finir (en)♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на французский
с французского на все языки- С французского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский