-
1 uitgerust
adj. armed, rested, tooled -
2 uitgerust met 16 kleppen
uitgerust met 16 kleppenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uitgerust met 16 kleppen
-
3 uitgerust met de meest moderne wapens
uitgerust met de meest moderne wapensequipped with the most modern/up-to-date weaponsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uitgerust met de meest moderne wapens
-
4 goed uitgerust voor de voettocht
goed uitgerust voor de voettochtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goed uitgerust voor de voettocht
-
5 uitrusten
1 [rusten tot men niet moe meer is] rest♦voorbeelden:1 even uitrusten! • let's have/take a rest!, let's take a breather!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:goed uitgerust voor de voettocht • well equipped for the hike -
6 fit
♦voorbeelden: -
7 modern
1 modern♦voorbeelden:moderne ideeën • modern/progressive ideasvan/in de moderne tijd • of the modern age, in modern timesmodern denken • be a progressive thinkerhet huis is modern ingericht • the house has a modern interioruitgerust met de meest moderne wapens • equipped with the most modern/up-to-date weaponsuiterst modern • ultra modern -
8 uitgeslapen
См. также в других словарях:
ИНДОНЕЗИЯ — Республика Индонезия (Republik Indonesia), гос во в Юго Вост. Азии, на о вах Малайского архипелага. Площ. 1904,3 тыс. км2. Нас. ок. 98 млн. чел. (1962). Столица г. Джакарта. Нас. говорит более чем на 150 языках и диалектах. Гос. язык… … Советская историческая энциклопедия