-
1 uit zijn rol vallen
uit zijn rol vallen -
2 uit zijn rol vallen
uit zijn rol vallenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit zijn rol vallen
-
3 uit de rol vallen
гл.общ. выйти из роли, сбиться с тона -
4 rol
I 〈de〉2 [opgerolde hoeveelheid van iets] roll; 〈 hol〉 cylinder; 〈 stof〉 bolt; 〈touw enz.〉 coil; 〈 perkament〉 scroll; 〈 camera〉 reel, spool6 [individueel gedrag in een sociale omgeving] role7 [functie] role♦voorbeelden:zijn rol instuderen • learn one's parteen rol beschuit • a packet of rusks3 de rol van een schrijfmachine/pianola • the roller of a typewriter, the cylinder of a pianolade zaak staat op de rol • the case is down for a hearing7 wat is zijn rol in die zaak? • where does he come into this?geld speelt geen rol • money is no objectII 〈 de (mannelijk)〉1 [handeling van het rollen] rolling2 [manier van zingen] trill(ing)♦voorbeelden: -
5 rol
♦voorbeelden:zijn rol instuderen • apprendre son rôledat speelt geen rol • cela ne joue aucun rôlegeld speelt geen rol • l'argent ne compte pasde rol vervullen van • faire fonction deeen rol drop • un rouleau de réglisse -
6 Rolle
Rolle〈v.; Rolle, Rollen〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 aus der Rolle fallen • uit zijn rol vallen, zich onmogelijk gedragen -
7 выйти из роли
vgener. uit de rol vallen -
8 сбиться с тона
vgener. uit de rol vallen -
9 выйти из роли
vgener. uit de rol vallen -
10 сбиться с тона
vgener. uit de rol vallen -
11 aus der Rolle fallen
aus der Rolle fallenuit zijn rol vallen, zich onmogelijk gedragen -
12 cast
n. een groep acteurs (die deelnemen in een toneelstuk of musical); gips; scheel kijken--------v. gooien, werpen; vastzetten; nonsens vertellencast1[ ka:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 iets wat geworpen wordt ⇒ lijn 〈 met kunstvlieg als aas〉; braakbal; afgeworpen huid3 gietvorm ⇒ model; afdruk5 neiging ⇒ hang, zweem(pje)♦voorbeelden:————————cast2♦voorbeelden:→ cast about cast about/, cast around cast around/1 (be/uit)rekenen ⇒ (be)cijferen, calculeren; optellen; trekken 〈 horoscoop〉♦voorbeelden:1 〈 benaming voor〉 werpen ⇒ (van zich) afwerpen; weggooien, uitgooien; laten vallen; afwerpen 〈 huid van dier〉; verliezen 〈 hoefijzer〉; neerkwakken; (ontijdig) bevallen van♦voorbeelden:cast ashore • op de kust/het strand werpena man cast in the right mold • iemand uit het goede hout gesneden
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский