-
21 frolic
n. pret, plezier maken; ondeugd uithalen--------v. (rond)dartelen, rondhossen; pret/plezier makenfrolic1[ frollik] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pret ⇒ lol, gekheid♦voorbeelden:————————frolic2〈werkwoord; frolicked〉2 pret/plezier maken -
22 high jinks
-
23 revel
n. braspartij, feestelijkheid--------v. brassen, zwelgen; zwierenrevel1[ revl] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉♦voorbeelden:————————revel2〈werkwoord; Brits-Engels revelled〉♦voorbeelden:1 revel in • erg genieten van, zich te buiten gaan aanhe revels in his work • hij gaat volledig op in zijn werk -
24 amusement
-
25 fun
adj. prettig, amusant, gezellig--------n. pret, plezierfun1[ fun] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pret ⇒ vermaak, plezier♦voorbeelden:1 figure of fun • groteske figuur, schertsfiguur〈 informeel〉 fun and games • pretmakerij, iets leuks〈informeel; eufemistisch〉 have fun and games with someone • zich vermaken met iemand, vrijen met iemandbe full of fun • een echte grapjas zijnbe good/great fun • erg amusant zijnhave fun • zich amuseren/vermaken; vrijenmake fun of, poke fun at • voor de gek houden, de draak steken metfor fun, for the fun of it/the thing • voor de aardigheidfor/in fun • voor de grap————————fun21 prettig ⇒ amusant, gezellig♦voorbeelden:a fun person • een aardig iemand -
26 gaiety
n. vrolijkheid, pret, opgewektheid1 vrolijkheid ⇒ pret, opgewektheid -
27 game
adj. moedig; klaar; mank lopen; invalide--------n. spel; pret; wild; wedstrijd--------v. spelen, dobbelengame1[ geem]♦voorbeelden:1 game of chance • kans/hazardspelplay a good/poor game • goed/slecht spelenhave the game in one's hands • de wedstrijd controlerenplay a losing game • de (wed)strijd verliezenplay the game • eerlijk (spel) spelen, zich aan de regels houdenplay a waiting game • een afwachtende houding aannemenplay a winning game • de (wed)strijd winnen, de bovenhand krijgenit's all in the game • het hoort er (allemaal) bijbe off one's game • uit vorm/niet op dreef zijngame and (set) • game en setgive the game away • het plan(netje) verklappentwo can play (at) that game • dat spelletje kan ik ook spelennone of your (little) games! • geen kunstjes!the game is up • het spel is uit, nu hangen wij/julliebe up to some game • iets in zijn schild voerenit's your game • jij wintwhat a game! • wat een komedie!1 grap(je) ⇒ geintje, pret(je)2 bedrijf ⇒ gebeuren, -wezen♦voorbeelden:make game of • spotten metthe game was to tell how many • het was de kunst/het ging erom te zeggen hoeveel♦voorbeelden:¶ 1 points is game • wie 21 punten heeft, wint→ fair fair/IV 〈 meervoud〉————————game21 dapper ⇒ kranig, f♦voorbeelden:I am game • ik doe meebe game for something • tot iets bereid zijn, ergens zin in hebben————————game3————————game4〈 werkwoord〉1 gokken ⇒ spelen, dobbelen -
28 jinks
-
29 jollification
n. jool, pret[ dzjolliffikkeesjn] 〈 vaak meervoud met enkelvoud betekenis〉1 pret(makerij) ⇒ jool, joligheid -
30 make whoopee
keet/pret maken, fuiven, feestvieren, aan de zwier gaan, uitbundig feestenkeet/pret maken, aan de zwier gaan -
31 merrymaking
n. blijheid, pret, pretmakerij; feestelijkheidmerrymaking -
32 веселиться
vgener. feesten, feestvieren, plezieren, jolen, juichen (over-по поводу), pret maken, spelemeien -
33 наслаждение
ngener. genieting, genot, streling, wellust, geneugte, pret -
34 находить удовольствие в
vgener. (zijn) genoegen vinden in (iets) (чём-л.), behagen scheppen in (чём-л.), gein hebben (чём-л.), plezier hebben in (iets) (чём-л.), pret hebben over (iets) (чём-л.), vermaak in (iets) scheppen (чём-л.)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > находить удовольствие в
-
35 ради забавы
part.gener. voor de pret -
36 радоваться
vgener. zich verkneukelen, zich verlustigen, blij zijn, jolen, juichen, pret hebben over (iets) (чему-л.), schik hebben, zich verblijden (over- ÷åìó-ô.), zich verheugen -
37 развлекаться
vgener. plezier hebben, plezieren, pret maken, zich amuseren (met-÷åì-ô., ñ), zich ontspannen, zich vermaken, zich verstrooien, zich verzetten -
38 развлечение
n1) gener. ontspanning, verzet, afleiding, amusement, geestverstrooiing, genoeglijkheid, grap, grapje, kortswijl, plezier, pret, vermaak2) colloq. gein, gijn -
39 удовольствие
n1) gener. genoegen, schik, welgevallen, behagen, divertissement, geneugte, genieting, genot, plezier, pret, vermaak, vreugde, welbehagen, wellust2) colloq. gein, gijn, lol3) liter. feest -
40 balloon
n. ballon; luchtballon; (in computers) een beschrijving van de werking van een "knop", geplaatst in een tekstballon--------v. de pan uitrijzen; ballontochten makenballoon1[ bəloe:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 the balloon goes up • de ballon stijgt op; 〈 figuurlijk〉 de pret begint; de moeilijkheden beginnen————————balloon2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
prêt — prêt, ête 1. (prê, prê t ) adj. 1° Qui est disposé à, préparé à. Tenez vous prêt pour partir. • La mort ne surprend point le sage, Il est toujours prêt à partir, LA FONT. Fabl. VIII, 1. • Je définis la cour un pays où les gens, Tristes,… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
preţ — PREŢ, preţuri, s.n. 1. Sumă de bani pe care trebuie să o plătească cumpărătorul pentru achiziţionarea unui produs sau pentru un serviciu. ♢ (În sintagmele) Preţ cu amănuntul = preţ la care se vând către populaţie bunurile de consum, alimentare şi … Dicționar Român
Pret relais — Prêt relais Le prêt relais (appelé aussi crédit in fine, crédit pont en Belgique, ou, plus rarement, crédit de soudure) est un crédit dont le capital est dû au terme du contrat. Son objet est de financer l apport que constitue la vente d un… … Wikipédia en Français
Prêt-relais — Le prêt relais (appelé aussi crédit in fine, crédit pont en Belgique, ou, plus rarement, crédit de soudure) est un crédit dont le capital est dû au terme du contrat. Son objet est de financer l apport que constitue la vente d un premier bien, en… … Wikipédia en Français
PRÊT-BAIL — Le terme de prêt bail a fait son apparition en France vers 1965. L’élaboration de ce néologisme faisait suite à l’introduction en France de notions qui se répandaient à l’étranger. «Prêt bail» est composé de «prêt» qui évoque une notion… … Encyclopédie Universelle
prêt-à-porter — [ prɛtapɔrte ] n. m. • 1951; de prêt, à et 1. porter, calque de l angl. amér. ready to wear ♦ Collect. Vêtements fabriqués en série, de qualité supérieure, généralement conçus par un styliste de mode (opposé à sur mesure).⇒vieilli confection. S… … Encyclopédie Universelle
Pret — Prêt Voir « prêt » sur le Wiktionnaire … Wikipédia en Français
Pret bonifie — Prêt bonifié Prêt bonifié Sommaire 1 Prêt Caisse de retraite 2 Prêt fonctionnaire 3 Prêt EDF, GDF 4 Prêt Collectivité locale … Wikipédia en Français
Pret a taux zero — Prêt à taux zéro Pour les articles homonymes, voir PTZ. Le Prêt à Taux zéro (PTZ) est une initiative du gouvernement français, pour mieux aider les Français qui disposent de revenus modestes à devenir propriétaires pour la première fois de leur… … Wikipédia en Français
Prêt bonifié — Sommaire 1 Prêt Caisse de retraite 2 Prêt fonctionnaire 3 Prêt EDF, GDF 4 Prêt Collectivité locale … Wikipédia en Français
Prêt à Taux zéro — Pour les articles homonymes, voir PTZ. Le Prêt à Taux zéro (PTZ) est une initiative du gouvernement français, pour mieux aider les Français qui disposent de revenus modestes à devenir propriétaires pour la première fois de leur résidence… … Wikipédia en Français