-
41 afscheren
-
42 afslanken
1 [afvallen] slim (down)♦voorbeelden: -
43 afzetten
5 [van/tegen iets afduwen] push off7 [laten uitstappen] drop ⇒ set/put down9 [laten bezinken/neerslaan] deposit♦voorbeelden:3 je moet je niet overal zo laten afzetten! • don't pay through the nose for everything!een klant voor tien gulden afzetten • cheat a customer out of ten guildersde straat was afgezet met soldaten • the street was lined with soldierszich afzetten tegen (iets/iemand) • react against (something/someone)1 [snel afkomen] come/rush (up to)2 [zich afzetten voor een sprong] take off♦voorbeelden:1 op iemand komen afzetten • make/go for someone -
44 beleggen
1 [geldwezen] invest♦voorbeelden:1 kapitaal/winst opnieuw beleggen • reinvest capital, plough back profitsin effecten beleggen • invest in stocks and sharesII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [bedekken] cover ⇒ fill, put meat 〈enz.〉 on 〈 boterham〉, trim 〈 japon〉, overlay 〈 fineerhout, goud〉♦voorbeelden:2 belegde broodjes • (ham/cheese etc.) rolls -
45 besnijden
1 [door snijden vormen] carve 〈 ivoor, hout enz.〉 ⇒ 〈 stukjes afsnijden〉 whittle, 〈 overtolligs wegsnijden〉 trim2 [de voorhuid wegnemen] circumcise♦voorbeelden: -
46 bijknippen
♦voorbeelden: -
47 bijpunten
-
48 boord
2 [(losse) kraag] collar3 [(lucht)vaartuig] board♦voorbeelden:het vliegtuig had 120 passagiers aan boord • the plane had 120 passengers on board/aboardaan boord van het schip gaan • board the shipvan boord gaan • disembark -
49 de heg gelijkknippen
de heg gelijkknippenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de heg gelijkknippen
-
50 de heg knippen
de heg knippenclip/trim the hedge -
51 de heg snoeien
de heg snoeientrim/clip the hedge -
52 de kerstboom versieren
de kerstboom versierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kerstboom versieren
-
53 de zeilen naar de wind richten
de zeilen naar de wind richtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de zeilen naar de wind richten
-
54 een bouwplan uitkleden
een bouwplan uitkledencut back on/make cuts in/trim down a plan (for building)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bouwplan uitkleden
-
55 een garnituur van zijde
een garnituur van zijdeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een garnituur van zijde
-
56 een japon boorden
een japon boordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een japon boorden
-
57 garneren
♦voorbeelden: -
58 heg
-
59 knippen
1 [afknippen] cut (off/out)2 [de vereiste vorm geven] cut♦voorbeelden:1 de heg knippen • clip/trim the hedgezijn nagels knippen • cut/clip one's nailszich laten knippen • have one's hair cut, have a haircutmet kort geknipt haar • with hair cut shortin die film is flink geknipt • that film has been severely cuteen rok uit een lap stof knippen • cut a skirt from/out of a length of cloth2 [van een schaar] cut♦voorbeelden: -
60 kortwieken
См. также в других словарях:
trim´ly — trim «trihm», verb, trimmed, trim|ming, adjective, trim|mer, trim|mest, noun, adverb. –v.t. 1. to make neat by cutting away parts: »The gardene … Useful english dictionary
trim — [trim] vt. trimmed, trimming [via ME dial. < OE trymman, to make firm, set in order, array < trum, strong, firm: for IE base see TREE] 1. Obs. to prepare; fit out; dress 2. to put in proper order; make neat or tidy, esp. by clipping,… … English World dictionary
TRIM — ist ein Befehl zur Markierung ungenutzter oder ungültiger Datenblöcke auf Speichermedien zum Zweck der späteren Wiederbeschreibung[1]. Der TRIM Befehl ermöglicht es einem Betriebssystem, dem Speichermedium Solid State Drive (SSD) mitzuteilen,… … Deutsch Wikipedia
Trim — Trim, a. [Compar. {Trimmer}; superl. {Trimmest}.] [See {Trim}, v. t.] Fitly adjusted; being in good order., or made ready for service or use; firm; compact; snug; neat; fair; as, the ship is trim, or trim built; everything about the man is trim;… … The Collaborative International Dictionary of English
Trim — may refer to:Places* Trim, County Meath, a town and castle in Ireland * Trim Station (OC Transpo), a bus station in Ottawa, Canada * Trim Road, in Ottawa, CanadaDecoration* Trim (sewing), ornaments applied to clothing or other textiles * Trim… … Wikipedia
trim — [trɪm] verb trimmed PTandPPX trimming PRESPARTX [transitive] to remove parts of a plan, set of activities, company etc in order to reduce its costs: • We need to trim the Defence budget by another £500m. • The company is to trim its workforce (=… … Financial and business terms
Trim — Trim, v. t. [imp. & p. p. {Trimmed}; p. pr. & vb. n. {Trimming}.] [OE. trimen, trumen, AS. trymian, trymman, to prepare, dispose, make strong, fr. trum firm, strong; of uncertain origin.] 1. To make trim; to put in due order for any purpose; to… … The Collaborative International Dictionary of English
trim — trȉm [b] (II)[/b] prid. <indekl.> DEFINICIJA kao prvi dio polusloženice 1. koji se odnosi na trim (I) (3) [trim specijalist; trim starješina] 2. koji se odnosi na fizičku kondiciju [trim akcija; trim pokret; trim centar] SINTAGMA trim… … Hrvatski jezični portal
Trim — Trim, n. 1. Dress; gear; ornaments. [1913 Webster] Seeing him just pass the window in his woodland trim. Sir W. Scott. [1913 Webster] 2. Order; disposition; condition; as, to be in good trim. The trim of an encounter. Chapman. [1913 Webster] 3.… … The Collaborative International Dictionary of English
trim — [adj1] neat, orderly apple pie order*, clean, clean cut, compact, dapper, fit, in good shape, neat as a pin*, nice, shipshape*, slick, smart, snug, spick and span*, spruce, streamlined, symmetrical, tidy, to rights*, uncluttered, well groomed;… … New thesaurus
Trim — ist: eine Stadt in Irland: Trim (Irland) in der Informatik eine Funktion zum Entfernen von Leerzeichen am Anfang und Ende von Zeichenketten. Figur aus dem Buch Leben und Meinungen des Tristram Shandy von Laurence Sterne der Hund, der den Hund… … Deutsch Wikipedia