-
1 guy
n. jongen, vent, kerel (spreektaal); stormlijn; anker--------v. voor het lapje houden; travesteren (op het toneel)guy1[ gaj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 mens ⇒ 〈 meervoud〉 lui, jongens, mensen 〈ook wel onvertaald; slaat op jongens en meisjes〉4 〈 verkorting〉[guy rope]♦voorbeelden:2 where are you guys going? • waar gaan jullie naar toe?————————guy2〈 werkwoord〉1 tuien ⇒ vastzetten met een stormlijn/borg/topreep -
2 travesty
n. parodie, bespotting--------v. parodiërentravesty1[ trævistie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: travesties〉1 travestie ⇒ karikatuur, parodie, bespotting♦voorbeelden:————————travesty2〈werkwoord; travestied〉1 travesteren ⇒ parodiëren, belachelijk maken/inkleden
См. также в других словарях:
travestieren — Vsw durch Veränderung der Form lächerlich machen per. Wortschatz fach. (18. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus frz. travestir, dieses aus it. travestire verkleiden , zu l. vestīre bekleiden und l. trāns , zu l. vestis Bekleidung . Abstraktum … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache