-
1 tram
n. tram, kolenwagen (mijn)♦voorbeelden: -
2 by tram
by tram -
3 not a bus but a tram
-
4 trolley car
-
5 not
adv. niet; geen[ not]1 niet ⇒ geen, helemaal niet♦voorbeelden:I do not/don't hope that … • ik hoop niet dat …I hope not • ik hoop van niet〈 informeel〉 not to say • misschien zelfs, om niet te zeggennot at all • geen danknot least • vooralas likely as not • waarschijnlijknot only … but (also) • niet alleen …, maar (ook)not a bus but a tram • geen bus maar een tramif not • indien niet, andersnot that I want to know • niet (om)dat ik het wil weten -
6 streetcar
-
7 carman
n. iemands beroep het is auto te rijden, autochauffeur; iemand die koopwaar transporteert; iemand die een tram of train bestuurt (ouderwets); tram conducteur (ouderwets) -
8 car
n. auto; rijwagon; lift[ ka:]1 auto(mobiel) ⇒ motorrijtuig, wagen♦voorbeelden:→ veteran veteran/ -
9 conductor
-
10 conductress
n. vrouwelijke conducteur, conductrice[ kənduktris] -
11 interval
n. tussenruimte, interval; pauze[ intəvl]1 tussenruimte ⇒ interval, tussentijd♦voorbeelden:at intervals of one metre • om de meter -
12 loop
n. lus, strop; knoop; spiraaltje; nauwe opening--------v. met een lus vastmaken; zich in een lus kronkelen; stropdas knopen; een kopduikeling makenloop1[ loe:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lus ⇒ strop, bocht————————loop2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 een lus/lussen maken in ⇒ met een lus vast/dichtmaken2 door een lus halen/steken -
13 platform
-
14 rapid transit
-
15 rapid
adj. snel--------n. stroomversnellingrapid1[ ræpid] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉————————rapid2♦voorbeelden:in rapid succession • snel achter elkaar〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 rapid transit • snelverkeer 〈 in het bijzonder trein, tram, metro〉he is sinking rapidly • hij gaat zienderogen achteruit -
16 straphanger
n. passagier die met bus of metro reist en aan de riem hangt om in evenwicht te blijven; iemand die gebruik maakt van openbaar vervoer -
17 trams go at 15-minute intervals
trams go at 15-minute intervals -
18 A Streetcar Named Desire
een Tram Genaamd Lust (een toneelstuk van tennesee williams) -
19 ticket controller
n. conducteur die willekeurig kaartjes controleert in bussen of treinen of ander openbaar transport in systemen waar iemand de bus, tram of trein in kan zonder gecontrolleerd te worden
См. также в других словарях:
tram — tram … Dictionnaire des rimes
tram — [ tram ] n. m. • 1829; abrév. de tramway ♦ Tramway. Des trams. « Ils prirent donc le tram de Sérianne, dans la baladeuse » (Aragon) . ⊗ HOM. Trame. ● tram nom masculin Familier. Tramway. ● tram (homonymes) nom masculin trame nom féminin trame … Encyclopédie Universelle
Tram — Tram, n. [Prov. E. tram a coal wagon, the shaft of a cart or carriage, a beam or bar; probably of Scand, origin; cf. OSw. tr[*a]m, trum, a beam, OD. drom, Prov. & OHG. tram.] 1. A four wheeled truck running on rails, and used in a mine, as for… … The Collaborative International Dictionary of English
Tram — steht für: die/das Tram, zu engl. tramway, Regionalbezeichnung für Straßenbahn der/die Tram, im Zimmermannswesen der Balken TRAM ist: die Abkürzung des spanischen Nahverkehrsystems Transporte Metropolitano de la Plana Siehe auch: Wiktionary … Deutsch Wikipedia
tram — s.m.inv. AU veicolo a trazione elettrica circolante su rotaie, usato nelle città come mezzo di trasporto pubblico: prendere il tram, salire sul tram, scendere dal tram Sinonimi: tranvai. {{line}} {{/line}} DATA: 1878. ETIMO: dall ingl. tram,… … Dizionario italiano
tram — tram1 [tram] n. [Fr trame < L trama, the woof] a double, twisted silk thread used as the weft in fine silks and velvets tram2 [tram] n. [E dial., shaft, wooden frame for carrying, rail, coal wagon, prob. < LowG traam, a beam] 1. an open… … English World dictionary
tram — 1. (entrée créée par le supplément) (tram ) s. m. Nom, en Cochinchine, d un grand arbre dont l écorce, détachée en larges écailles, sert à former la toiture des cases des indigènes, L. DELAPORTE, Rev. des Deux Mondes, 15 sept. 1877, p. 431. tram… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
tram — s.m. [dall ingl. tram, di origine incerta]. (trasp.) [veicolo per il trasporto di passeggeri che si muove su rotaie, in passato utilizzando la trazione animale e oggi motori elettrici: prendere il t. ] ▶◀ (disus.) tranvai. ‖ autobus, bus. ⇑ mezzo … Enciclopedia Italiana
Tram — Tram, v. t. [imp. & p. p. {Trammed}; p. pr. & vb. n. {Tramming}.] To convey or transport on a tramway or on a tram car. [Webster 1913 Suppl.] … The Collaborative International Dictionary of English
Tram — puede ser: El metro de Alicante: TRAM Metropolitano de Alicante. Transporte en Vía Reservada de Castellón: TRAM. La moneda de Armenia: Dram (moneda). Esta página de desambiguación cataloga artículos relacionados con el mismo título. Si llegaste… … Wikipedia Español
tram — [træm] n also tram|car [ˈtræmka: US ka:r] especially BrE [Date: 1800 1900; Origin: tram handle of a wheelbarrow (16 19 centuries), probably from Low German traam long piece of wood ] a vehicle for passengers, which travels along metal tracks in… … Dictionary of contemporary English