-
1 trakteren
1 [onthalen op lekkernijen] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 offrir des friandises; 〈 overgankelijk werkwoord〉 régaler♦voorbeelden:2 iemand trakteren op een bioscoopje • inviter qn. au cinémaik trakteer • c'est moi qui paye -
2 trakteren
ww1) offrir des friandises, régaler2) payer un verre (à qn), payer un repas (à qn) -
3 trakteren
régaler -
4 trakteren op gebakjes
trakteren op gebakjes -
5 iemand trakteren op een bioscoopje
iemand trakteren op een bioscoopjeinviter qn. au cinémaDeens-Russisch woordenboek > iemand trakteren op een bioscoopje
-
6 fuiven
-
7 onthalen
1 [ontvangen als gast] accueillir2 [trakteren (op)] régaler (qn. de qc., avec qc.)3 [figuurlijk][vergasten op] donner♦voorbeelden:1 iemand goed onthalen • faire bon accueil à qn.iemand vorstelijk onthalen • recevoir qn. princièrement
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский