-
1 paragon of virtue
-
2 paragon of beauty
toonbeeld van schoonheid -
3 paragon
-
4 picture
n. plaat; foto; film; schilderij; toonbeeld, beeld--------v. afbeelden, schilderen; zich voorstellenpicture1[ piktsjə]♦voorbeelden:(as) pretty as a picture • beeldschoonfit into the picture • bij het geheel passenput someone in the picture • iemand op de hoogte brengen(be) in the picture • op de hoogte (zijn)→ clinical clinical/1 bios————————picture2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 a pattern of virtue
-
6 mirror
n. spiegel; weerkaatsing--------v. weerspiegelen, weerkaatsenmirror1[ mirrə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————mirror2〈 werkwoord〉1 (weer/af)spiegelen ⇒ weerkaatsen -
7 model
adj. voorbeeldig; model---------n. model; vorm, mal; voorbeeld, makette; (foto) model; leest--------v. model staan; modelleren; boetserenmodel1[ modl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————model21 model-2 perfect♦voorbeelden:————————model31 mannequin/model zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vervaardigen/vormen naar een voorbeeld♦voorbeelden:2 model something after/(up)on something • iets maken/ontwerpen naar het voorbeeld van iets -
8 nonpareil
n. uniek iets/iemand[ nonpərel]1 〈 ook attributief〉weergaloze persoon/zaak ⇒ ongeëvenaard/uniek iets/iemand, toonbeeld van volmaaktheid -
9 object lesson
-
10 pattern
n. voorbeeld; gebruik, gewoonte; vorm; (gedrags, brei) patroon; dekoratief patroon--------v. volgens patroon maken, vormen, modelleren; versierenpattern1[ pætn] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 patroon ⇒ dessin; (giet)model, mal; plan, schema; borduurpatroon♦voorbeelden:the pattern of the illness • het ontwikkelingspatroon van de ziektegeometric patterns • geometrische figurencut to one pattern • op dezelfde leest geschoeid————————pattern2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vormen ⇒ maken, modelleren♦voorbeelden:1 pattern out • aanleggen volgens een bepaald patroon/modelpattern after/(up)on • modelleren/vormen naarpattern oneself on someone • iemand tot voorbeeld nemen -
11 perfection
-
12 pink
adj. roze; shandig--------n. roze; kleine anjer (bloem); top--------v. doorboren, doorsteken; prikken; porrenpink1[ pingk]2 puikje ⇒ toppunt, toonbeeld♦voorbeelden:————————pink21 roze♦voorbeelden:pink gin • (glaasje) gin met angostura〈 informeel〉 tickled pink (with something) • bijzonder ingenomen/in zijn sas (met iets)————————pink3II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 pink out • uittanden, uitschulpen -
13 Croesus
n. Croesus (bijbels figuur, toonbeeld van overvloedige rijkdom)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский