-
1 toezien
1 [toekijken] regarder2 [toezicht, opzicht houden] surveiller (qc.)3 [op zijn hoede zijn] prendre garde (à)♦voorbeelden:aandachtig toezien • regarder attentivementmachteloos toezien • être impuissant (devant qc.) -
2 toezien
observer, regarder, surveiller, vérifier, -
3 aandachtig toezien
aandachtig toezien -
4 bedremmeld toezien
bedremmeld toezien -
5 hij moet op de fabriek toezien
hij moet op de fabriek toezien -
6 ik mocht toezien
ik mocht toezien -
7 lijdelijk toezien
lijdelijk toezien -
8 machteloos toezien
machteloos toezienêtre impuissant (devant qc.) -
9 met gekruiste armen toezien
met gekruiste armen toezien -
10 werkloos toezien
werkloos toezien -
11 aanzien
aanzien1〈 het〉♦voorbeelden:ten aanzien van • à l'égard dezonder aanzien des persoons • sans acception de personne2 iets een ander aanzien geven • changer qc.van aanzien veranderen • changer d'aspectgroot aanzien genieten • jouir d'un grand prestigein hoog aanzien staan • être fort considéréin aanzien staan bij iemand • être en crédit auprès de qn.————————aanzien21 [kijken naar] regarder2 [toezien] rester passif/passive devant3 [+ voor][beschouwen] considérer (comme)4 [aan het uiterlijk zien] se voir♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iemand niet aanzien • ne pas (oser) regarder qn.iemand uit de hoogte aanzien • regarder qn. de haut2 kun je zo iets aanzien? • tu peux supporter ce spectacle?ik wil het nog even aanzien • je préfère attendre encore un peudat is niet om aan te zien! • quelle horreur!3 waar zie je mij voor aan? • pour qui me prends-tu?iemand voor een ander aanzien • prendre qn. pour qn. d'autreiemand voor vol aanzien • prendre qn. au sérieuxhet was hem aan te zien, dat hij zorgen had • on voyait bien qu'il avait des problèmesje zou hem zijn leeftijd niet aanzien • il ne paraît pas son âgenaar het zich laat aanzien • selon toute probabilité¶ iemand ergens op aanzien • soupçonner qn. de qc. -
12 bedremmeld
♦voorbeelden: -
13 kruisen
1 [algemeen] croiser♦voorbeelden:bloembollen kruisen • inciser des oignonselkaar kruisen • se croiser1 [zich kruiselings bewegen] croiser2 [laveren] louvoyer -
14 lijdelijk
♦voorbeelden:lijdelijk toezien • rester les bras croisés -
15 werkloos
2 [zonder baan] en chômage♦voorbeelden:werkloos toezien • rester les bras croiséswerkloos zijn • être en chômage
См. также в других словарях:
tozee — ˈtōzē noun ( s) Etymology: perhaps from Dutch toezien to look on, take care, be careful, from Middle Dutch toesien, from toe to + sien to see; akin to Old English tō to and to Old High German sehan to see more at to, see : a curling tee … Useful english dictionary