-
1 werkloos
2 [zonder baan] en chômage♦voorbeelden:werkloos toezien • rester les bras croiséswerkloos zijn • être en chômage -
2 werkloos toezien
werkloos toezien -
3 werkloos zijn
werkloos zijn -
4 zijn tijd werkloos doorbrengen
zijn tijd werkloos doorbrengen -
5 op straat staan
op straat staan -
6 stempelen
-
7 straat
♦voorbeelden:een doodlopende straat • une impasseiemand op straat aanspreken • aborder qn. dans la rueiemand op straat zetten • 〈 uit huis, betrekking〉 jeter qn. à la rue; 〈 uit betrekking ook〉 mettre qn. à la portemidden op straat • en pleine rueje kunt zo niet over straat gaan • tu ne peux pas sortir comme ça -
8 werkloosheid
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский