-
1 to flow in
toestromen -
2 throng
n. menigte, mensenmassa--------v. zich verdringen, toestromenthrong1[ θrong] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————throng2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vullen ⇒ overstelpen, overvol maken♦voorbeelden: -
3 flock in
flock in -
4 flock
n. troep, zwerm, kudde; menigte schare--------v. vormen van een groep, samen komen; het vormen van een zwerm, zwermenflock1[ flok]1 bosje ⇒ vlokje, pluisjeIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 troep ⇒ zwerm, kudde♦voorbeelden:————————flock21 bijeenkomen ⇒ zich verzamelen, samenstromen♦voorbeelden:flock in • toestromenflock together • bijeenkomenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 flow
n. stroom, vloed--------v. stromen; vloeienflow1[ floo] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stroom ⇒ stroming, het stromen3 vloed♦voorbeelden:————————flow2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:conversation began to flow • de conversatie begon op gang te komenthe Rhine flowed over its banks • de Rijn trad buiten zijn oevers→ flow from flow from/ -
6 to enter
inschrijveninvallentoestromen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский