-
1 toemeten
♦voorbeelden:1 ieder zijn taak toemeten • allot/assign each person (to) his task〈 ook figuurlijk〉 de ons toegemeten tijd • our allotted time, the time allotted to us -
2 toemeten
-
3 toemeten
v. allot, mete, admeasure, measure -
4 ieder zijn taak toemeten
ieder zijn taak toemetenallot/assign each person (to) his taskVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ieder zijn taak toemeten
-
5 добавлять
vgener. aanknopen, bijstorten, toemeten (сверх меры), aanvullen, bijleggen, bijliggen, bijvoegen, bijvullen, nageven, toevoegen -
6 назначать
vgener. (дату, сумму) vastleggen, aanstellen, benoemen (tot- êåì-ô.), beroepen, bestemmen, stellen, toemeten, toewijzen, uitschrijven, aanwijzen, bepalen, bescheren, een aanbesteding gunnen (на работу), (что-л.) gunnen, uitloven (премию, приз), voorbehouden -
7 отмеривать
vgener. inmeten (при покупке), toemeten (кому-л.) -
8 afmeten
1 [opmeten] measure (off)3 [met betrekking tot stoffen] measure (off)4 [toemeten] measure (out)♦voorbeelden:2 de kwaliteit van een opleiding afmeten aan het aantal geslaagden • judge the quality of a course from the number of passes
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский