-
1 teleurstellen
1 décevoir♦voorbeelden:wij moeten u teleurstellen • nous devons vous décevoirhij werd in zijn hoop teleurgesteld • ses espoirs furent déçus -
2 teleurstellen
1 [iemand onthouden, niet doen ondervinden wat hij verwachtte/wenste] disappoint ⇒ 〈 informeel〉 let down, be disappointing♦voorbeelden:1 het laatste boek van deze schrijver stelt teleur • the latest book by this author is disappointingwij moeten u teleurstellen • we have to disappoint youzich teleurgesteld voelen • feel disappointedstel mij niet teleur • don't let me downteleurgesteld zijn over iets/iemand • be disappointed with something/in someone -
3 teleurstellen
разочаровать* * *(d)разочаровывать, обмануть ожидания* * *гл.общ. не оправдывать надежд, обмануть ожидания, разочаровывать -
4 teleurstellen
enttäuschen -
5 teleurstellen
v. disappoint, fail, falsify, frustrate, deceive, impose oneself -
6 teleurstellen
ww -
7 teleurstellen
hayal kırıklığına uğratmak [-ır] v -
8 teleurstellen
tromper -
9 teleurstellen
desapuntá, desepshoná, desilushoná -
10 ik vrees u te moeten teleurstellen
Deens-Russisch woordenboek > ik vrees u te moeten teleurstellen
-
11 wij moeten u teleurstellen
wij moeten u teleurstellen -
12 wij moeten u teleurstellen
wij moeten u teleurstellenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wij moeten u teleurstellen
-
13 не оправдывать надежд
prepos.gener. teleurstellen -
14 обмануть ожидания
vgener. te kort schieten in (iets), teleurstellen -
15 разочаровывать
vgener. afvallen, ontnuchteren, (iem.) een jas geven (кого-л.), ontgoochelen, teleurstellen -
16 beschamen
-
17 verijdelen
-
18 vrezen
1 craindre♦voorbeelden:het gevreesde ogenblik nadert • le moment tant redouté approcheniets te vrezen hebben • n'avoir rien à craindreik vrees voor de zieke • je crains pour le maladevoor zijn leven wordt gevreesd • on craint pour sa viehet is te vrezen dat … • il est à craindre que … 〈+ aanvoegende wijs〉ik vrees dat hij niet komt • je crains qu'il ne vienne pasik vrees dat hij komt • je crains qu'il (ne) vienneik vrees u te moeten teleurstellen • je crains de vous décevoir -
19 beschamen
1 [tot schaamte brengen] (put to) shame♦voorbeelden:zij werden in hun verwachtingen beschaamd • they were disappointed in their expectations -
20 duperen
♦voorbeelden:1 gedupeerd zijn • be let down, be duped
- 1
- 2