-
1 talrijk
♦voorbeelden:1 een talrijk huisgezin • a large/numerous familymet talrijke illustraties • with numerous/many illustrationstalrijk zijn de verhalen die … • many's the tale which …zeer/weinig talrijk zijn • be plentiful/scarceII 〈 bijwoord〉1 [in groot aantal] in large numbers♦voorbeelden: -
2 talrijk
♦voorbeelden:talrijk vertegenwoordigd • largement représenté -
3 talrijk
-
4 talrijk
zahlreich -
5 talrijk
adj. numerous--------adv. numerously -
6 talrijk
1. bnnombreux/-euse2. bw -
7 talrijk
çok adj -
8 talrijk vertegenwoordigd
talrijk vertegenwoordigd -
9 talrijk vertegenwoordigd
talrijk vertegenwoordigdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > talrijk vertegenwoordigd
-
10 talrijk zijn de verhalen die …
talrijk zijn de verhalen die …many's the tale which …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > talrijk zijn de verhalen die …
-
11 een talrijk gehoor
een talrijk gehoor -
12 een talrijk gehoor
een talrijk gehoorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een talrijk gehoor
-
13 een talrijk huisgezin
een talrijk huisgezina large/numerous familyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een talrijk huisgezin
-
14 zeer/weinig talrijk zijn
zeer/weinig talrijk zijnbe plentiful/scarceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zeer/weinig talrijk zijn
-
15 многочисленный
adjgener. meervoudig, menigvuldig, talrijk -
16 gehoor
♦voorbeelden:muzikaal gehoor • oreille musicaleeen scherp gehoor hebben • avoir l'oreille fineeen slecht gehoor • une ouïe mauvaisegehoor krijgen, vinden • être entenduhet gehoor strelen • flatter l'oreillein het gehoor liggen • être facile à écouterop het gehoor iets spelen • jouer qc. d'oreilleiets ten gehore brengen • exécuter qc.dat is geen gehoor! • c'est à se boucher les oreilles!een talrijk gehoor • un auditoire nombreuxonder iemands gehoor zijn • faire partie de l'auditoire de qn.een welwillend gehoor bij iemand vinden • avoir l'oreille de qn.gehoor geven aan iemand, iets • prêter l'oreille à qn., à qc.aan de oproep gehoor geven • obtempérer à la convocationgehoor hebben voor iemand, iets • être attentif à qn., à qc.bij geen gehoor • en cas d'absence -
17 karig
♦voorbeelden:karig zijn met complimenten • être avare de complimentskarig zijn met woorden • être chiche de ses paroles -
18 onbeduidend
1 [van weinig belang; niet talrijk, uitgebreid] insignifiant♦voorbeelden:een onbeduidende som • une somme négligeableer onbeduidend uitzien • avoir l'air insignifiant -
19 gehoor
2 [het vermogen om te horen] (sense/power of) hearing ⇒ ear(s)5 [aandacht] ear♦voorbeelden:op het gehoor iets spelen • play something by eariets ten gehore brengen • perform somethingbij geen gehoor • if there's no replyeen goed/scherp/fijn gehoor • a good/sharp sense of hearinggeen muzikaal gehoor hebben • have no ear for musiceen zwak/slecht gehoor • a poor/bad sense of hearinggoed in het gehoor liggen • be easy on the ear3 dat is geen gehoor! • that sounds terrible!gehoor krijgen • find a responsegeen gehoor vinden • fall on deaf ears -
20 karig
- 1
- 2