-
1 to synchronize
synchroniseren -
2 synchronize
v. synchroniseren, gelijktijdig gebeurensynchronize, synchronise[ singkrənajz] 〈zelfstandig naamwoord: synchronization〉♦voorbeelden: -
3 dub
v. noemen; omdopen tot; de bijnaam geven; synchroniseren; verlening van titel2 noemen ⇒ (om)dopen (tot), de bijnaam geven van -
4 sync
-
5 synchronize with
synchronize with -
6 synchronization
n. in de tijd overeenstemmen; gelijktijdig zijn; synchronisch rangschikken (gebeurtenissen); gelijkzetten (klokken); synchroniseren; gelijk schakelen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский