-
101 voet
1 [lichaamsdeel; deel van een kous] foot3 [versvoet; lengtemaat] foot5 [afdruksel] footprint♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 op staande voet • at once, on the spot; 〈 met betrekking tot verleden ook〉 then and there〈 figuurlijk〉 ergens (vaste) voet krijgen • gain a (firm) foothold somewhere, obtain a firm footingde voeten vegen • wipe one's feet〈 figuurlijk〉 iemand de voet dwars zetten • put a spoke in someone's wheel, thwart/frustrate someonevoet aan wal zetten • set foot ashoreiemand op de voet volgen • follow in someone's footsteps〈 figuurlijk〉 de gebeurtenissen/de ontwikkelingen op de voet volgen • 〈 bijhouden〉 keep (a close) track of events/developmentste voet gaan • walk, go on footnog goed uit de voeten kunnen • still be steady on one's legsvoor de voet(en) weg • off-handiemand voor de voeten lopen • 〈 figuurlijk〉 hamper someone, get under someone's feetvoet(je) voor voet(je) • step by stepde zieke kan geen voet verzetten • the patient is too weak to movegeen voet buiten de deur zetten • not set foot outside the doorik zet daar geen voet meer in huis • I won't ever set foot in that house again〈 figuurlijk〉 geen voet aan de grond krijgen • have no success, make no headway2 de voet van een glas • the stem/base of a glassde voet van een zuil/lamp • the base of a column/lampop gelijke voet met elkaar omgaan • be on an equal footingop gespannen voet staan met iemand • be at odds with someonezij staan op goede/vriendschappelijke voet met elkaar • they are on good/friendly terms (with each other)op grote voet leven • live in (great) styleop te grote voet leven • live beyond one's meansop vertrouwelijke voet staan met iemand • be on familiar terms with someonede zaken op dezelfde voet voortzetten • continue business (on the same footing) as beforeop voet van oorlog leven • be on a war footingop voet van gelijkheid • on equal terms -
102 volledig succes
volledig succesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > volledig succes
-
103 volledig
1 [compleet, volkomen] full, complete♦voorbeelden:eigendom in volledig bezit • freehold estate/propertyvolledige eigenaar • freeholdervolledig succes • unqualified successhet schip is volledig uitgebrand • the ship was completely burnt outik lees u de titel volledig voor • I'll read you the title in full -
104 wegleggen
-
105 weinig succes hebben/boeken
weinig succes hebben/boekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > weinig succes hebben/boeken
-
106 welste
♦voorbeelden:een uitbrander van je welste • a dressing-down with a vengeanceeen klap/slag van je welste • a whacking hard knockeen succes van je welste • a howling success -
107 wisselend
1 variable, varying ⇒ changeable♦voorbeelden:〈 meteorologie〉 wisselend bewolkt met hier en daar een bui • intermittent cloud with occasional rain -
108 ze heeft haar succes nog niet kunnen verwerken
ze heeft haar succes nog niet kunnen verwerkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ze heeft haar succes nog niet kunnen verwerken
-
109 zoek
zoek1♦voorbeelden:op zoek naar het geluk • in pursuit of happinessde inbrekers snuffelden in het huis rond op zoek naar geld • the burglars prowled around the house for money————————zoek21 [kwijt] missing, gone2 [afwezig] missing♦voorbeelden:1 mijn hoed is zoek • my hat is gone/missingzoek raken • get lost
См. также в других словарях:
Success — may mean: * a level of social status * achievement of an objective/goal * the opposite of failure Geography * Success, Western Australia, a suburb of Perth, Western Australia in Australia * Success, Arkansas, United States * Success, Missouri,… … Wikipedia
success — UK US /səkˈses/ noun ► [U] the achieving of the results that were wanted or hoped for: »The company s success is a result of its business model. success in sth »Knowledge workers are essential for success in technology driven industries.… … Financial and business terms
Success — Suc*cess , n. [L. successus: cf. F. succ[ e]s. See {Succeed}.] 1. Act of succeeding; succession. [Obs.] [1913 Webster] Then all the sons of these five brethren reigned By due success. Spenser. [1913 Webster] 2. That which comes after; hence,… … The Collaborative International Dictionary of English
success — 1530s, result, outcome, from L. successus an advance, succession, happy outcome, from succedere come after (see SUCCEED (Cf. succeed)). Meaning accomplishment of desired end (good success) first recorded 1580s. The moral flabbiness born of the… … Etymology dictionary
Success — Success, AR U.S. town in Arkansas Population (2000): 180 Housing Units (2000): 85 Land area (2000): 0.218415 sq. miles (0.565692 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 0.218415 sq. miles (0.565692 sq.… … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Success, AR — U.S. town in Arkansas Population (2000): 180 Housing Units (2000): 85 Land area (2000): 0.218415 sq. miles (0.565692 sq. km) Water area (2000): 0.000000 sq. miles (0.000000 sq. km) Total area (2000): 0.218415 sq. miles (0.565692 sq. km) FIPS code … StarDict's U.S. Gazetteer Places
Success! — is a musical by Bernard J. Taylor that was first recorded in 1993 as a studio concept album featuring various End stars including Lon Satton (who created the role of Poppa in Andrew Lloyd Webber s Starlight express, Claire Moore (singer), Kathryn … Wikipedia
success — ► NOUN 1) the accomplishment of an aim or purpose. 2) the attainment of fame, wealth, or social status. 3) a person or thing that achieves success. ORIGIN Latin successus, from succedere come close after … English terms dictionary
success — index advantage, benefit (betterment), fruition, progress, prosperity, satisfaction (fulfilment) … Law dictionary
success — [n] favorable outcome accomplishment, achievement, advance, arrival, ascendancy, attainment, bed of roses*, benefit, big hit*, boom*, clover*, consummation, do well, Easy Street*, éclat, eminence, fame, flying colors*, fortune, fruition, gain,… … New thesaurus
success — [sək ses′] n. [L successus < pp. of succedere: see SUCCEED] 1. Obs. result; outcome 2. a) a favorable or satisfactory outcome or result b) something having such an outcome 3. the gaining of wealth, fame, rank, etc … English World dictionary