-
1 a cluster of shrubs
-
2 brushwood
-
3 cluster
n. groep; tros; (in computers) cluster, een verzameling eenheden voor het opslaan van gegevens op een computer disk--------v. zich groeperen, zich scharencluster1[ klustə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 groep ⇒ tros, zwerm, cluster♦voorbeelden:————————cluster22 in bosjes groeien ⇒ in een groep groeien/zijn/staanII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 hedgerow
-
5 arboriculture
n. het cultiveren van bomen en struiken -
6 arborist
n. iemand die voor bomen en struiken zorgt, expert op gebied van behandeling en preventie van boomziekten en -plagen -
7 blighia sapida
n. struiken en bomen met geurige bloemen en kleurrijke vruchten (over groot gebied verbouwd in tropische en subtropische gebieden) -
8 bosky
adj. vol met bomen; vol met struiken -
9 braky
adj. overgroeid door struiken of varens -
10 cornus
n. soort jaarlijkse hoofdzakelijk periodoeke kleine bomen of struiken uit middelmatige gebieden van de noordelijke hemisfeer -
11 cotoneaster
n. dwergmispel, elk type van Oude Wereld struiken van de rozenfamilie die bloemen produceren en kleine ovale bladeren hebben -
12 dendrologic
adj. Dendrologie (van bomen en struiken leer bij botanica) -
13 helichrysum
n. soort van Afrikaanse en Australische kruidplanten en struiken; plant gebruikt voor droogbloemen -
14 holt
n. bosje; groep van struiken of kleine bomen -
15 maclura
n. familie van de geelhoutbomen of struiken -
16 prunus
n. categorie van bomen en struiken (inclusief kersen, perziken, pruimen, abrikozen en amandelen) -
17 shrubby
adj. door struiken bedekt; struikachtig -
18 spurge
n. wolfsmelk (groepen van planten en struiken die melkachtige vloeistof produceren) -
19 undergrown
adj. niet tot volle of normale grootte gegroeid, ondergroeid; met een overdekking van lage bomen of struiken -
20 filer
filer [fielee]1 langzaam weglopen ⇒ wegvloeien, uitlopen 〈 kaas〉 ⇒ te hoog opschieten 〈 struiken〉 ⇒ walmen 〈 kaars〉♦voorbeelden:l'argent lui file entre les mains • hij heeft een gat in z'n handII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 schaduwen ⇒ heimelijk volgen, de gangen nagaan van♦voorbeelden:v2) walmen [kaars]3) snel gaan4) ladderen [kous]5) spinnen6) afrollen7) schaduwen8) geven
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Biodiversity — Some of the biodiversity of a coral reef … Wikipedia