-
1 Abbruch
-
2 Aufgabe
Aufgabe〈v.〉5 het opgeven, beëindiging, stopzetting♦voorbeelden:1 die Aufgabe eines Telegramms • de afgifte, het opgeven van een telegram2 eine Aufgabe bewältigen, übernehmen • tegen een taak opgewassen zijn, een taak op zich nemendie Aufgabe des Geschäfts • de opheffing van de zaak -
3 Aufhebung
Aufhebung〈v.; Aufhebung, Aufhebungen〉♦voorbeelden:Aufhebung eines Verfahrens • stopzetting van een proces -
4 Aufhebung eines Verfahrens
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Aufhebung eines Verfahrens
-
5 Einstellung
-
6 Stilllegung
-
7 Teststopp
-
8 Zahlungssperre
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский