-
1 stiptheid
-
2 stiptheid
-
3 stiptheid
точность, аккуратность, пунктуальность; неукоснительность* * *сущ.общ. аккуратность, неукоснительность, пунктуальность, точность -
4 stiptheid
dePünktlichkeit f -
5 stiptheid
presishonDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > stiptheid
-
6 stiptheid
n. exactitude, exactness, accuracy -
7 stiptheid
v -
8 stiptheid
• promptness• punctuality• strictness -
9 stiptheid
presishon -
10 promptness
stiptheid -
11 punctuality
stiptheid -
12 strictness
stiptheid -
13 exactitude
-
14 assiduité
assiduité [aasieduu.ietee]〈v.〉1 nauwgezetheid ⇒ stiptheid, toewijding, ijver♦voorbeelden:1. f1) nauwgezetheid, stiptheid2) veelvuldig bezoek, regelmatige aanwezigheid2. assiduitésf plopdringerigheid [tegenover vrouwen] -
15 ponctualité
-
16 régularité
-
17 аккуратность
ngener. promptheid, accuratesse, geregeldheid, nauwgezetheid, netheid, stiptheid -
18 неукоснительность
ngener. stiptheidRussisch-Nederlands Universal Dictionary > неукоснительность
-
19 пунктуальность
ngener. nauwgezetheid, punctualiteit, stiptheid -
20 точность
ngener. gelijkluidendheid (текста), nauwkeurigheid, scherpheid, scherpte, accuratesse, fijnheid, fijnte, getrouwheid, juistheid, nauwgezetheid, preciesheid, precisie, promptheid, punctualiteit, puntigheid, stiptheid, zorgvuldigheid
Страницы
- 1
- 2