-
1 regelmatigheid
-
2 regelmatigheid
-
3 regelmatigheid
regularidatDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > regelmatigheid
-
4 regelmatigheid
n. regularity, state of occurring at fixed intervals; normalcy, commonness, usualness -
5 regelmatigheid
-
6 regelmatigheid
regularidat -
7 regularity
n. regelmatigheid, regelmaat, geregeldheid[ regjoelærətie]♦voorbeelden: -
8 régularité
-
9 statistical regularity
statistische regelmatigheid (statistische wetten en mogelijkheden voor voorspellen van gebeurtenissen) -
10 égalité
égalité [eegaalietee]〈v.〉♦voorbeelden:à égalité de • bij gelijk(e)f1) gelijkheid2) gelijkmatigheid, regelmaat3) effenheid [grond]4) congruentie [wiskunde] -
11 regularidat
regelmaat, regelmatigheid [F]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > regularidat
-
12 Ebenmaß
-
13 Regelmäßigkeit
Regelmäßigkeit〈v.; Regelmäßigkeit, Regelmäßigkeiten〉 -
14 regularidat
regelmaat, regelmatigheid [F]
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский