-
1 servile
adj. slaafs, onderdanig, kruiperig[ sə:vajl]1 slaafs ⇒ onderdanig, kruiperig♦voorbeelden:servile imitation • slaafse navolging -
2 slavish
-
3 drudgery
-
4 minion
n. favoriet; knecht[ minniən]♦voorbeelden: -
5 tag
n. label (ook in computers); etiket, plakkertje; uitdrukking; krul; (in computers) label--------v. aanhechten, aanhangen, vastknopen, vastbinden; etiketteren, meelopen, volgentag1[ tæg]4 flard ⇒ rafel, los uiteinde————————tag2〈 tagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 every item was nicely tagged • elk artikel was keurig geëtiketteerd/van een prijskaartje voorzien -
6 uxorious
adj. trouw aan zijn vrouw[ ukso:riəs] 〈 uxoriousness〉 -
7 sequacious
adj. meegaand, onderdanig; slaafs -
8 servilely
adv. Slaafs, kruiperig -
9 slavishly
adv. Slaafs, onderdanig
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский