-
1 namby pamby
sentimentaliteit; slapheid, dweperigheid; slappeling -
2 goo
n. kleverig goedje; sentimentaliteit (sl.)[ goe:] -
3 schmalz
-
4 sentimentality
n. sentimentaliteit[ sentimməntælətie] 〈meervoud: sentimentalities〉 -
5 gush
n. stroom; uitbarsting--------v. stromen, gutsen; (over) dwepen (met), overdreven doengush1[ gusj]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉————————gush2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spuiten ⇒ uitstorten, doen stromen -
6 schmaltz
-
7 sentimentalism
-
8 milk-and-water
oppervlakkigheid, slapheid, sentimentaliteit -
9 mushiness
n. sentimentaliteit
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский