-
1 schuldenaar
schuldenaar, schuldenares -
2 schuldenaar
schuldenaar, schuldenares1 debtor -
3 schuldenaar
-
4 schuldenaar
deSchuldner m -
5 schuldenaar
n. debtor, obligor -
6 schuldenaar
m (v - schuldenares)débiteur/-trice -
7 должник
-
8 должник
-
9 должник
schuldenaar, debiteur -
10 векселеобязанный
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > векселеобязанный
-
11 векселеобязанный
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > векселеобязанный
-
12 debtor
n. schuldenaar, debiteur, iemand die iets aan een ander schuldig is; bedrijf dat geld schuldig is[ dettə] -
13 secured creditor
verzekerde schuldenaar (schuldenaar wiens schuld verzekerd is) -
14 débiteur
débiteur [deebietur],débitrice [deebietries]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 schuldig ⇒ verschuldigd, debet♦voorbeelden:débiteur hypothécaire • hypotheekgeverêtre débiteur envers qn. de qc. • iemand iets verschuldigd zijnun débiteur, une débitrice • schuldenaar, -nares, debiteurm (f - débitrice)schuldenaar/-ares -
15 schuldenares
→ link=schuldenaar schuldenaar -
16 schuldenares
→ link=schuldenaar schuldenaar -
17 pandrecht
залоговое право; закладное право* * *сущ.бизн. право залога движимого имущества (recht dat een schuldeiser heeft op een roerende zaak die hem door de schuldenaar gegeven is om uit de opbrengst daarvan voor andere schuldeisers betaald te worden - Van Dale) -
18 должник
ngener. debiteur, geldopnemer, schuldenaar, schuldenaarm -
19 право залога движимого имущества
nbusin. pandrecht (recht dat een schuldeiser heeft op een roerende zaak die hem door de schuldenaar gegeven is om uit de opbrengst daarvan voor andere schuldeisers betaald te worden - Van Dale)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > право залога движимого имущества
-
20 mortgagor
- 1
- 2