-
1 schoonmaakmiddel
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > schoonmaakmiddel
-
2 schoonmaakmiddel
hetReiniger m -
3 schoonmaakmiddel
• cleaning agent -
4 schoonmaakmiddel
deterjan s -
5 sredstvo za ciscenje
schoonmaakmiddel -
6 cleaner
n. schoonmaker[ klie:nə]1 schoonmaker/maakster ⇒ werkster♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 take someone to the cleaner's • iemand uitkleden/uitschudden; de vloer met iemand aanvegen -
7 detersive
adj. schoonmaakmiddel -
8 cleaning agent
poetsmiddelreinigingsmiddelschoonmaakmiddel -
9 Putzmittel
-
10 Reiniger
-
11 Sanitärreiniger
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Немецкий
- Нидерландский
- Турецкий