-
1 schooier
-
2 schooier
-
3 schooier
побирушка, попрошайка; оборванец* * *сущ.общ. бродяга, нищий, попрошайка -
4 schooier
n. beggar, shake rag, scallywag, scalawag, layabout, ragamuffin -
5 schooier
-
6 schooier
pis herif s -
7 schooier
bélître, mendiant -
8 schooier
pober; pober -
9 een godvergeten schooier
een godvergeten schooier -
10 vuile schooier!
vuile schooier!salaud! -
11 бродяга
n1) gener. rabauw, landloper, schooier, sjap, sjappie, vagebond, zwerfster, zwerveling, zwerver2) colloq. dalver -
12 нищий
adjgener. ellendig, armoedig, armoedzaaier, bedelaar, doodarm, haveloos, pauper, schooier, straatarm, vervallen -
13 попрошайка
-
14 godvergeten
♦voorbeelden:een godvergeten schooier • un scélératII 〈 bijwoord〉1 [in zeer hoge mate, gruwelijk] diablement♦voorbeelden:hij heeft mij godvergeten slecht behandeld • il m'a traité comme du poisson pourri -
15 vuil
vuil1〈 het〉♦voorbeelden:1 iemand behandelen als een stuk vuil • traiter qn. comme un chiengrof vuil • objet encombrant mis au rebutergens voor oud vuil liggen • être abandonné de toushet vuil afkrabben • gratter la crasse〈 figuurlijk〉 met vuil gooien naar iemand • noircir qn.————————vuil21 [algemeen] sale2 [vervuild] pollué3 [bedorven] gâté4 [vuil makend] salissant♦voorbeelden:1 vuile dief! • sale voleur!een vuil gezicht zetten • prendre un air hargneuxvuile hond! • canaille!vuile schooier! • salaud!een vuile vent • un sale typevuil weer • un sale tempseen vuile zaak, een vuil zaakje • une histoire sordideiemand vuil aankijken • jeter un regard noir à qn.zich vuil maken • se salirvuil in de mond zijn • être ordurierhet vuile werk opknappen • faire le sale boulot
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский