-
1 Szene
-
2 Auftritt
Auftritt〈m.〉♦voorbeelden: -
3 Drolligkeit
-
4 Szenerie
-
5 durchspielen
durchspielen1 doorspelen, verder spelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doorspelen, van begin tot eind spelen♦voorbeelden: -
6 eine Szene nachstellen
-
7 eine Szene noch mal durchspielen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Szene noch mal durchspielen
-
8 inszenieren
inszenieren♦voorbeelden: -
9 nachstellen
nachstellenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 opnieuw af-, bijstellen♦voorbeelden: -
10 stellen
stellen1 stellen, plaatsen, zetten ⇒ gelijkzetten; neerzetten; brengen; salariëren2 zorgen voor ⇒ leveren, ter beschikking stellen4 ensceneren, in scène zetten♦voorbeelden:1 einen Antrag stellen • een motie, verzoek(schrift) indienenjemandem eine Aufgabe stellen • iemand een taak stellen, opgevender Hund stellt die Ohren • de hond zet zijn oren opdie Uhr stellen • de klok, het horloge gelijkzettenetwas nicht stellen können • geen plaats hebben voor ietsgut gestellt sein • in goeden doen zijnStühle an den Tisch stellen • stoelen bij de tafel zetten〈 figuurlijk〉 eine Sache über eine andere stellen • de voorkeur geven aan iets, iets verkiezen boven iets andersetwas unter ein Thema stellen • iets onder een thema plaatsenzur Diskussion, Erörterung stellen • ter discussie stellenZeugen stellen • getuigen voorbrengen, presenteren2 zich houden ⇒ doen alsof, veinzen3 zich aangeven, zich melden5 bereid zijn ⇒ opkomen, aantreden♦voorbeelden:sich gegen jemanden stellen • zich tegen iemand kerensich hinter jemanden stellen • achter iemand gaan staansich (schützend) vor jemanden stellen • (verdedigend) vóór iemand gaan staansich schlafend stellen • zich slapende houden3 sich der Polizei stellen • zich bij de politie aangeven, meldenes stellt sich die Frage • de vraag rijst4 sich mit jemandem gut stellen • met iemand overweg kunnen, het met iemand kunnen vindenwie stellst du dich zu diesem Problem? • hoe sta jij tegenover dit probleem?sich der Presse stellen • de pers te woord staansich zu seinen Taten stellen • de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich nemen9 sich auf 200 Mark stellen • 200 mark kosten, op 200 mark komen
См. также в других словарях:
scène — [ sɛn ] n. f. • 1595; « représentation théâtrale de l Antiquité » v. 1375; rare av. XVIIe; lat. scæna, gr. skênê « tente », à cause de la construction édifiée sur la scène des théâtres grecs I ♦ 1 ♦ Dans un théâtre, L emplacement où les acteurs… … Encyclopédie Universelle
scene — W2S2 [si:n] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(play/film)¦ 2¦(activities)¦ 3¦(accident/crime)¦ 4¦(view/picture)¦ 5¦(event/situation)¦ 6¦(argument)¦ 7 not be your scene 8 behind the scenes 9 set the scene 10 be/come on the scene … Dictionary of contemporary English
scene — [ sin ] noun count *** ▸ 1 part of play/book etc. ▸ 2 view ▸ 3 place where something happens ▸ 4 activity/interest ▸ 5 argument etc. in public ▸ 6 situation ▸ + PHRASES 1. ) a part of a play, book, movie, etc. in which events happen in the same… … Usage of the words and phrases in modern English
scene — SCENE. s. f. La partie du theatre, où les acteurs representent devant le public. Dés que cet acteur paroist sur la scene. la scene estoit trop remplie d acteurs. Il se prend aussi quelquefois pour tout le theatre. La decoration de la scene. la… … Dictionnaire de l'Académie française
Scene — Scène Pour les articles homophones, voir Cène et Seine. La scène en Théâtre Polonaise en … Wikipédia en Français
scene — ► NOUN 1) the place where a real or fictional incident occurs or occurred. 2) a view or landscape as seen by a spectator. 3) an incident or representation of an incident of a specified nature: scenes of violence. 4) a sequence of continuous… … English terms dictionary
Scene — 〈[ si:n] f.; ; unz.; umg.〉 = Szene [engl., „Szene“] * * * Scene [si:n ], die; , s <Pl. selten> [engl. scene < (m)frz. scène, ↑ Szene] (Jargon): 1. Örtlichkeit in einer Stadt, wo Verkäufer u. Käufer von ↑ … Universal-Lexikon
scene — [sēn] n. [MFr scène < L scena, scaena < Gr skēnē, covered place, tent, stage < IE base * sk̑ai , to gleam softly > SHINE] 1. in ancient Greece or Rome, a theater stage 2. the place in which any event, real or imagined, occurs [the… … English World dictionary
Scene — Scene, n. [L. scaena, scena, Gr. skhnh a covered place, a tent, a stage.] 1. The structure on which a spectacle or play is exhibited; the part of a theater in which the acting is done, with its adjuncts and decorations; the stage. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
scene — (n.) 1530s, subdivision of an act of a play, also stage setting, from M.Fr. scène (14c.), from L. scaena, scena scene, stage, from Gk. skene scene, stage, originally tent or booth, related to skia shadow, shade, via notion of something that gives … Etymology dictionary
scene — [n1] setting of a performance or event arena, backdrop, background, blackout, display, exhibition, flat, flats, landscape, locale, locality, location, mise en scène, outlook, pageant, picture, place, representation, scenery, seascape, set,… … New thesaurus