-
1 sarcastisch
-
2 sarcastisch
-
3 sarcastisch
-
4 sarcastisch
sarkastisch -
5 sarcastisch
adj. sarcastic, mordant, mordacious, caustic -
6 sarcastisch
1. bn 2. bwsarcastiquement, sur un ton sarcastique -
7 caustic
adj. brandend; bijtend, sarcastischcaustic1[ ko:stik] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————caustic2〈bijvoeglijk naamwoord; caustically〉♦voorbeelden: -
8 sarcastic
-
9 sarky
-
10 sarcastique
-
11 саркастический
adjgener. sarcastisch -
12 cynical
-
13 nipping
adj. bijtend; knijpend; scherp (koude)--------n. knijpen; beschadigen[ nipping]1 bijtend ⇒ scherp, sarcastisch -
14 tart
adj. wrang, zuur; scherp, bits--------n. (vruchten)taart; taartje; hoer, slettart1[ ta:t]————————tart2〈bijvoeglijk naamwoord; tartness〉1 scherp(smakend) ⇒ zuur, wrang♦voorbeelden: -
15 caustically
adv. brandend, bijtend; scherp, sarcastisch -
16 cuttingly
adv. scherp; bijtend; sarcastisch -
17 mordantly
adv. bijtend, sarcastisch, bitsend -
18 sarcastrophe
n. gebeurtenis die eigenaardig beangstigend en rampzalig blijkt te zijn door iemand die op een amuserende manier sarcastisch probeert te zijn en er niet in slaagt -
19 goguenard
-
20 narquois
narquois [naarkwaa]1 spottend ⇒ ironisch, sarcastisch
Страницы
- 1
- 2