-
1 conjuncture
n. samenloop van omstandigheden[ kəndzjungktsjə]1 (kritieke) toestand ⇒ samenloop van omstandigheden, (crisis)situatie -
2 coïncidence
coïncidence [ko.ẽsiedãs]〈v.〉♦voorbeelden:f1) (het) samenvallen, gelijktijdig plaatsvinden2) (toevallige) samenloop van omstandigheden, toeval -
3 concours
concours [kõkoer]〈m.〉3 medewerking ⇒ steun, samenwerking♦voorbeelden:1 concours hippique • springconcours, concours hippiquehors concours • buiten mededingingconcours général •〈vergelijkend examen tussen de beste leerlingen van middelbare scholen in Frankrijk〉apporter, prêter son concours à qc. • aan iets meewerkenavec le concours de qn. • met iemands medewerkingm1) wedstrijd2) samenwerking, steun3) toeloop, samenloop -
4 jonction
jonction [zĵõksjõ]〈v.〉1 verbinding ⇒ vereniging, samenkomst, samenloop2 verbindingspunt ⇒ samenkomst, samenloop♦voorbeelden:1 point de jonction • knooppunt, aansluiting→ garef1) verbinding, samenkomst3) interface [computer] -
5 совпадение
samenvallen, samenloop ; overeenkomst -
6 конкурс кредиторов
necon. samenloop van schuldeisers (Lat. concursus creditorum)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > конкурс кредиторов
-
7 слияние
ngener. fusie, ineensmelting, samenloop, vereniging -
8 совпадение
-
9 стечение
-
10 схождение
-
11 a fortunate concourse of circumstances
English-Dutch dictionary > a fortunate concourse of circumstances
-
12 coincidence
-
13 concourse
n. promenade; samenkomst[ kongko:s]1 menigte ⇒ toeloop, massa2 samenkomst/loop ⇒ bijeenkomst, toevloed♦voorbeelden: -
14 concurrence
n. samenwerking; eensgezind[ kənkurrəns]1 overeenstemming ⇒ eensgezindheid, in/toestemming2 samenkomst ⇒ samenloop, het samenvallen♦voorbeelden:¶ in concurrence • gezamenlijk, met vereende krachten -
15 juncture
n. kritiek ogenblik; samenloop van omstandigheden; naad, plaats van binding; verbinding[ dzjungktsjə]♦voorbeelden: -
16 consilience
n. samenloop van omstandigheden; overeenstemming -
17 complication
complication [kõpliekaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:vous cherchez les complications! • u maakt u het leven nodeloos moeilijk!ne faites pas tant de complications • doe niet zo moeilijk1. f1) ingewikkeldheid, gecompliceerdheid2) complicatie [ziekte]2. complicationsf plverwikkelingen, moeilijkheden -
18 confluence
-
19 rencontre
rencontre [rãkõtr]〈v.〉2 botsing3 (het) treffen ⇒ tweegevecht, duel4 wedstrijd ⇒ match, ontmoeting♦voorbeelden:faire une mauvaise rencontre • een onguur iemand tegen het lijf lopenfaire la rencontre de qn. • iemand ontmoeten, tegenkomenj'ai fait une rencontre! • raad eens wie ik tegen het lijf gelopen ben!je suis allé à sa rencontre • ik ben hem een eind tegemoet gegaanaller, venir à la rencontre de qn. • iemand tegemoet gaan, komenje suis allé à sa rencontre • ik ben hem een eind tegemoet gegaande rencontre • toevalligf1) ontmoeting2) botsing3) duel4) wedstrijd -
20 concours de circonstances
concours de circonstancesDictionnaire français-néerlandais > concours de circonstances
- 1
- 2
