-
21 grofweg
♦voorbeelden:1 dat kost je grofweg drieduizend gulden • 〈 ook〉 that will cost you in the region of three thousand guilders -
22 grosso modo
-
23 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
24 hardhandig
♦voorbeelden:hardhandig optreden • take hard-handed/harsh/drastic action, use strong-arm tactics -
25 iemand hardhandig aanpakken
iemand hardhandig aanpakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand hardhandig aanpakken
-
26 iemand ruw behandelen/beetpakken
iemand ruw behandelen/beetpakkentreat someone roughly, manhandle someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ruw behandelen/beetpakken
-
27 in ruwe trekken
in ruwe trekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in ruwe trekken
-
28 met een natte vinger
met een natte vingerroughly, speculatively 〈 bijvoorbeeld een aantal schatten〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een natte vinger
-
29 nabij
nabij1♦voorbeelden:de nabije omgeving • the immediate surroundingsin de nabije toekomst • in the near futurede wanhoop nabij zijn • be close to despairiets van nabij meemaken • experience something at first hand————————nabij2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:1 om en nabij de duizend gulden • roughly/around/about a thousand guildershij is om en nabij de vijftig • he's about fifty, he's fiftyish -
30 om en (na)bij drie jaar
om en (na)bij drie jaarapproximately/roughly three yearsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > om en (na)bij drie jaar
-
31 om en nabij de duizend gulden
roughly/around/about a thousand guildersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > om en nabij de duizend gulden
-
32 om
om13 [van mening veranderd] 〈zie voorbeelden 3〉4 [van richting veranderd] turned♦voorbeelden:voor het jaar om is • before the year is outuw tijd is om • your time is upII 〈 bijwoord〉2 [met betrekking tot doel] about♦voorbeelden:toen zij de hoek om kwamen • when they came (a)round the corner〈 figuurlijk〉 dat gaat buiten hem om • 〈 weet hij niets van〉 he's been kept out of this; 〈 heeft hij niets mee te maken〉 he's not involved in that; 〈 raakt hem niet〉 it doesn't concern himiets doen buiten iemand om • go around/bypass someoneom en om • every other onewaar gaat het om? • what's it about?; 〈 onenigheid ook〉 what's the matter?————————om2〈 voorzetsel〉1 [rondom] (a)round, about2 [vlak bij] (a)round3 [omstreeks] around, about4 [juist op het tijdstip van] at5 [telkens na] every6 [(in ruil) voor] for♦voorbeelden:om de tafel zitten • sit (a)round the tablezij had haar kinderen om zich (heen) • she had her children around herom en (na)bij drie jaar • approximately/roughly three yearsom de andere dag • every other day, on alternate daysom de twee uur • every two hoursniet om te eten • not fit to eat, inedibleom kort te gaan • to cut a long story short -
33 omstreeks
omstreeks1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 het salaris bedraagt omstreeks drieduizend gulden • the salary is about/some three thousand guilders————————omstreeks2〈 voorzetsel〉2 [nabij] near♦voorbeelden:omstreeks 1800 • about/circa 1800 -
34 pakweg
♦voorbeelden:om pakweg zeven uur • say around seven o'clock -
35 ruw geschat
ruw geschat -
36 ruw omgaan met iets
ruw omgaan met ietsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ruw omgaan met iets
-
37 ruwweg
-
38 twintigtal
-
39 uit de losse hand
uit de losse handroughly, in an improvised wayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit de losse hand
-
40 vinger
1 [deel van de hand] finger2 [deel van een handschoen] finger♦voorbeelden:zij is met een natte vinger te lijmen • she doesn't have to be asked twice〈 figuurlijk〉 als men hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand • give him an inch and he'll take a milehij heeft zich in de vingers gesneden • 〈 figuurlijk〉 he burned his fingers, he got (his fingers) burnedde vinger opsteken • put up/raise one's handeen vinger aan de pols houden • 〈 figuurlijk〉 have/keep a finger on the pulse〈 figuurlijk〉 iets door de vingers zien • wink at/overlook something, turn a blind eye to somethingmet de vingers knippen • snap one's fingers〈 figuurlijk〉 hij hoeft maar met zijn vingers te knippen of … • he only has to snap his fingers and …iemand met de vinger dreigen • shake/wag one's finger at someonehij had haar nog met geen vinger aangeraakt • he hadn't put/laid a finger on her〈 figuurlijk〉 zij kan hem om haar vinger winden • she can twist/wind him around her little fingerop de vingers van één hand te tellen zijn • be few and far betweende vinger op de wond leggen • 〈 figuurlijk〉 put/lay one's finger on the problem/(sore) spot, touch the (sore) spot〈 figuurlijk〉 dat had je op je vingers kunnen natellen • you could have known that, that was to be expectedgeen vinger voor iets of iemand uitsteken • not lift/raise a finger for something/someone
См. также в других словарях:
roughly — UK US /ˈrʌfli/ adverb ► not exactly: »Roughly $104.8 million was spent on lottery tickets in 2006 … Financial and business terms
Roughly — Rough ly, adv. In a rough manner; unevenly; harshly; rudely; severely; austerely. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
roughly — [adv] about approximately, around, in the ball park*, in the neighborhood, more or less, practically, pretty near, somewhere around; concept 583 … New thesaurus
roughly — ► ADVERB 1) in a rough or harsh manner. 2) approximately … English terms dictionary
roughly — rough|ly S2 [ˈrʌfli] adv 1.) not exactly = ↑about, approximately ↑approximately ▪ There were roughly 200 people there. ▪ Azaleas flower at roughly the same time each year. roughly equal/comparable/equivalent ▪ two rocks of roughly equal size… … Dictionary of contemporary English
roughly — rough|ly [ rʌfli ] adverb ** 1. ) used for showing that an amount, number, time, etc. is not exact: APPROXIMATELY: The meeting lasted roughly 45 minutes. Roughly half of all working women are mothers. We re roughly the same age. 2. ) in a way… … Usage of the words and phrases in modern English
roughly */*/ — UK [ˈrʌflɪ] / US adverb 1) used for showing that an amount, number, time etc is not exact The meeting lasted roughly 45 minutes. Roughly half of Scotland s law firms are located in the Glasgow area. We re roughly the same age. 2) in a way that is … English dictionary
roughly*/ — [ˈrʌfli] adv 1) used for showing that an amount or number is not exact Syn: approximately The meeting lasted roughly 45 minutes.[/ex] 2) in a way that is not gentle He pushed roughly past her.[/ex] • roughly speaking used for giving information… … Dictionary for writing and speaking English
roughly — adverb Date: 14th century 1. in a rough manner: as a. with harshness or violence < treated the prisoner roughly > b. in crude fashion ; imperfectly < roughly dressed lumber > 2. without completeness or exactness ; approximately < roughly … New Collegiate Dictionary
roughly — adv. 1 in a rough manner. 2 approximately (roughly 20 people attended). Phrases and idioms: roughly speaking in an approximate sense (it is, roughly speaking, a square) … Useful english dictionary
roughly — adv. Roughly is used with these adjectives: ↑analogous, ↑carved, ↑chronological, ↑circular, ↑comparable, ↑constant, ↑contemporary, ↑equal, ↑equivalent, ↑fifty fifty, ↑oval, ↑ … Collocations dictionary