-
1 rondlopen
1 go/walk around♦voorbeelden:1 de grootste gek die op twee benen rondloopt • the biggest idiot on two legs/feet, the biggest idiot around/aliveje moet daar niet mee blijven rondlopen • you shouldn't let that weigh/prey on your mindje snapt niet dat zo iemand nog vrij rondloopt • it's incredible that someone like that is still on the loose/still able to go about freelymet een denkbeeld/plan rondlopen • go with an idea/a planmet wraakgevoelens rondlopen • go/walk around nursing feelings of revenge -
2 rondlopen
v. walk about, mill about, perambulate -
3 rondlopen/stappen als een pauw
rondlopen/stappen als een pauwVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rondlopen/stappen als een pauw
-
4 in het wild rondlopen
in het wild rondlopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in het wild rondlopen
-
5 je moet daar niet mee blijven rondlopen
je moet daar niet mee blijven rondlopenyou shouldn't let that weigh/prey on your mindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je moet daar niet mee blijven rondlopen
-
6 met een denkbeeld/plan rondlopen
met een denkbeeld/plan rondlopengo with an idea/a planVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een denkbeeld/plan rondlopen
-
7 met wraakgevoelens rondlopen
met wraakgevoelens rondlopengo/walk around nursing feelings of revengeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met wraakgevoelens rondlopen
-
8 piemelnaakt rondlopen
piemelnaakt rondlopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > piemelnaakt rondlopen
-
9 rondsnuffelen
1 [al snuffelend rondlopen] sniff around/about2 [nieuwsgierig speurend rondlopen] nose/snoop about3 [+ in] [zonder plan doorzoeken] rummage/ferret about♦voorbeelden:3 in iemands papieren rondsnuffelen • ferret/rummage about in someone's papers -
10 dwalen
♦voorbeelden: -
11 loslopen
2 [terechtkomen] be all right3 [los gaan zitten] work/come loose/off4 [losdraaien, werken] run free♦voorbeelden:2 het zal wel loslopen • it will be all right, it'll sort itself out -
12 omlopen
1 [om iets heen lopen, rondlopen] walk/go round2 [circuleren] go round3 [om iets heen gaan] run/go round4 [kring doorlopen] go/move round5 [verstrijken] pass (by/off)♦voorbeelden:1 een eindje omlopen • walk round the block/go for a little walkik loop wel even om • I'll go round the backII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omverlopen] (run into and) knock over -
13 pauw
♦voorbeelden: -
14 piemelnaakt
〈 informeel〉♦voorbeelden: -
15 rondscharrelen
1 [ergens bezig zijn] potter/mess about/around2 [zonder bepaald doel rondlopen] saunter about/(a)round3 [voedsel zoeken] scratch about/(a)round4 [snuffelen, rondneuzen] rummage (about/(a)round)♦voorbeelden:1 hij scharrelde de hele dag in de tuin rond • he pottered about/around in the garden all day -
16 rondsjouwen
-
17 spoken
1 [dolen als spook] haunt2 [rondlopen] prowl (round/about)3 [met betrekking tot gedachten, gevoelens] haunt♦voorbeelden:II 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [door spoken bezocht worden] be haunted♦voorbeelden: -
18 wild
wild1〈 het〉1 [dieren] game2 [wilde staat] wild(ness)♦voorbeelden:1 wild, vis en gevogelte • fish, flesh and fowlop groot wild jagen • hunt big gameklein wild • small gamewild eten • eat gameplanten in het wild • wild plantsin het wild leven/groeien • live/grow (in the) wild————————wild2♦voorbeelden:een wilde bos haar • a shock of hairwilde dieren • wild animalswilde ideeën aandragen • come up with hare-brained ideasmet wilde vaart • at a furious ratewilde verhalen/geruchten verspreiden • spread wild stories/rumourswild enthousiast zijn over iets • go overboard about somethingwild om zich heenkijken • stare wildly (around)zich wild lachen • laugh oneself sillyzich wild schrikken • be startled out of one's witsin het wilde (weg) • at randomwild van iets zijn • be wild/crazy about something
См. также в других словарях:
rondlopen — wakawaka … Woordenlijst Sranan