-
1 Reife
Reife〈v.; Reife〉1 het rijpen, rijpheid♦voorbeelden:zur Reife gelangen • rijpen, tot rijpheid komen -
2 Frühreife
-
3 Gare
-
4 Reifegrad
-
5 zur Reife gelangen
zur Reife gelangenrijpen, tot rijpheid komen
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский